“Identiteitsrechten voor kinderen moeten beter beschermd worden”
Soraya Bou-Sfia promoveert op onderzoek naar identiteitsrechten van het kind

In rechtszaken over kinderen moet niet alleen het belang van het kind worden meegenomen, maar ook de identiteitsrechten. Advocaten zouden die rechten vaker kunnen inzetten om juist de belangen van het kind op bescherming van zijn identiteit beter te realiseren. Soraya Bou-Sfia promoveert op onderzoek hiernaar aan de Universiteit Utrecht op 17 september 2021. Wereldwijd is er nog niet eerder zo’n uitgebreid onderzoek gedaan naar de betekenis van identiteitsrechten voor kinderen.
De term identiteit is ambigu en juridisch ongedefinieerd. Onder de identiteitsrechten vallen volgens internationale verdragen in ieder geval naam, nationaliteit en familiebetrekkingen van het kind. Dit is voor juristen helder, maar er valt nog veel meer onder identiteit. Denk aan vriendschappen en andere sociale banden, taal, school, seksuele oriëntatie, culturele gewoontes, de manier waarop een kind zich ontwikkelt. De identiteitsrechten laten zich daarom lastig onderzoeken voor juristen, en het is nog niet vaak gedaan. Het is echter wel belangrijk voor kinderen en daarmee ook voor de ontwikkeling van het Nederlandse familierecht, aldus onderzoeker Soraya Bou-Sfia.
Kinderen hebben recht op bescherming van hun identiteit, ik wil voor hen uitzoeken wat dit betekent.
De kracht van identiteitsrechten
De twee belangrijkste identiteitsrechten voor kinderen in het Nederlandse familierecht zijn die uit artikel 8 van het internationale kinderrechtenverdrag en artikel 8 van het Europese mensenrechtenverdrag. Deze rechten blijken voor talloze onderwerpen relevant en lopen uiteen van afstammingsinformatie voor adoptie- en donorkinderen tot uithuisplaatsingen van kinderen tot naamswijzigingen en genderkwesties. Ook de Nederlandse rechtspraak laat zien dat de identiteitsrechten daarin een rol spelen. “Voor mijn proefschrift heb ik onder meer gekeken naar uitspraken van rechters in Nederland: wanneer worden de artikelen 8 genoemd? In welke situaties en wat voor zaken? Wanneer spelen deze rechten een rol en wanneer niet? Welke verplichtingen volgen eruit? En wat is de potentie van deze rechten? De kracht van de identiteitsrechten kan heel groot zijn, maar advocaten en rechters blijken vooralsnog terughoudend te zijn met het inzetten ervan.”
Aanbevelingen voor de praktijk
“Eén van mijn aanbevelingen aan de wetgever en juridische professionals als rechters en advocaten is om in ieder geval een onderzoeksplicht aan de identiteitsrechten te koppelen. Onderzoek of de identiteitsrechten in het specifieke geval relevant zijn en zo ja, hoe de identiteitsrechten dan moeten worden uitgelegd. Bekijk daarbij welke aspecten van identiteit allemaal aan de orde zijn en hoe de belangen van het kind in dat kader gewaardeerd moeten worden. Schakel er indien nodig andere experts bij in, zoals een psycholoog of een pedagoog. Je moet eigenlijk weten wat voor rol bijvoorbeeld de taal, een woonplaats of een band met een leerkracht speelt in het leven van het kind om onderbouwd iets te zeggen over zijn identiteit en de ontwikkeling daarvan.”
Door de identiteirsrechten vaker in zaken te betrekken, kunnen de belangen van het kind beter beschermd worden. En met de belangen van het kind moet op grond van artikel 3 van het kinderrechtenverdrag rekening worden gehouden. “Artikel 3 wordt al heel vaak gebruikt in rechtszaken. Door dit kinderrecht te koppelen aan de identiteitsrechten word je steeds gedwongen te kijken naar wie het specifieke kind is, waarmee hij verbonden is en wat zijn belangen in dat kader zijn. Eén van de moeilijke vragen is daarbij wel wie uiteindelijk bepaalt waar de identiteit van het kind op neerkomt als daar bijvoorbeeld geschillen over zijn en het kind nog te jong is om zich daarover uit te laten. Daarvoor is verder onderzoek nodig.
Het is een diffuus maar prachtig onderzoeksonderwerp dat aandacht verdient en dat hopelijk ook gaat krijgen. Alleen dan kunnen de identiteitsrechten voor kinderen beter beschermd worden.
Persoonlijke interesse
Onderzoeker Soraya Bou-Sfia rondde twee masters af aan de Vrije Universiteit (Privaatrecht en Notarieel Recht) en startte vervolgens met haar promotieonderzoek aan de Universiteit Utrecht, bij de onderzoeksgroep UCERF. “De thema’s naamswijziging, nationaliteit, cultuur, religie, transgender-vraagstukken spraken me meteen erg aan. Een collega wees me erop dat dit allemaal te maken had met identiteit. Toen ik verder zocht, bleek dat het recht van een kind op identiteit is vastgelegd. Dit leidde tot allerlei vragen, waarop ik zo snel geen antwoord kon vinden. Die zoektocht heb ik sindsdien niet meer los kunnen laten.” Na een aantal jaar onderzoek weet ik nu meer over de betekenis van identiteit voor kinderen in het familierecht, maar er resteren nog veel onbeantwoorde vragen. Het is een diffuus maar prachtig onderzoeksonderwerp dat aandacht verdient en dat hopelijk ook gaat krijgen. Alleen dan kunnen de identiteitsrechten voor kinderen beter beschemd worden.
Proefschrift: 'De betekenis van identiteitsrechten voor kinderen in het Nederlandse familierecht': een onderzoek naar de artikelen 8 IVRK en 8 EVRM.