Hart stervende potvis opblazen
Noordhollands Dagblad
Stervende potvissen die aanspoelen op de Nederlandse kust moeten misschien worden opgeblazen door direct bij het hart een explosief aan het brengen. Dat staat in het vernieuwde ’walvisprotocol’ dat net is gepubliceerd. De Nederlandse methode moet nog worden uitgeprobeerd op een dode walvis voor dit officieel wordt toegestaan.
De ’leidraad stranding levende grote walvisachtigen’, zoals het walvisprotocol officieel heet, werd opgesteld na de stranding van bultrug Johannes. Dat gebeurde op 2 december 2012 op zandplaat de Razende Bol bij Texel. De doodsstrijd van Johannes (eigenlijk Johanna, want de bultrug bleek uiteindelijk een vrouwtje) duurde honderd uur. Euthanasie met ’een spuitje’ hielp niet, wat tot grote woede leidde bij omstanders en op sociale media. De dood van Johannes werd zelfs onderzocht door een onderzoekcommissie onder leiding van Job Cohen. „Er werden zelfs mensen met de dood bedreigd omdat ze niets deden, terwijl er situaties zijn waarbij je niets kan doen”, zegt walvisonderzoekster Lonneke IJsseldijk van de Universiteit Utrecht. Ze doet onderzoek naar de dood van walvisachtigen die aanspoelen op de kust. Bij walvissen die groter zijn dan zes meter helpt een spuitje niet en kan alleen maar euthanasie worden toegepast met explosieven, zo staat in het protocol. De samenstellers gingen hiervoor te rade bij onder meer de Internationale Walvisvaart Commissie. Eerst vindt een risicoanalyse plaats om te besluiten óf het dier wel moet worden gedood.
Het volledige artikel is verschenen in het Noordhollands Dagblad, 3 januari 2018