Festivals en tegencultuur helpen bij versnellen regionale duurzaamheidstransitie

Wat hebben Amsterdam, Utrecht, Dublin, Boedapest en Barcelona gemeen?

Een bijeenkomst van een lokaal voedselnetwerk in Boedapest. Foto: Harm van den Heiligenberg

Een levendige omgeving met conferenties, festivals en de aanwezigheid van een tegencultuur blijken onmisbaar te zijn voor het doorvoeren van duurzaamheids-innovaties. Harm van den Heiligenberg ontwikkelde een stappenplan voor het versnellen van de duurzaamheidstransitie dat toepasbaar is in steden en regio’s. Een omgeving waar face-to-face kennis en ideeën kunnen worden uitgewisseld blijkt een belangrijke voorwaarde voor de duurzaamheidstransitie. Op 7 december promoveert hij aan de Universiteit Utrecht.

Living Labs

Een gletsjer op Antarctica staat op instorten, de bijenstand neemt verontrustend snel af, het groeiseizoen van planten verschuift flink. Alles wijst erop dat we de biofysische grenzen van het systeem Aarde naderen. Een transitie naar een duurzamere wereld is noodzakelijk; dat wil zeggen een grote verandering in bijvoorbeeld ons energie- en voedselsysteem, zegt Van den Heiligenberg. Hij focuste zijn studie op verschillende zogeheten Living Labs door heel Europa waarin innovatieve oplossingen worden toegepast in hun lokale en regionale omgeving.

Optimale omgeving voor innovatie

De transitietheorie suggereert ten slotte dat verandering klein begint. De koploperregio’s beschikken over een aantal condities in samenhang, zoals een omgeving met een tegencultuur, denk aan mensen met alternatieve ideeën, spiritualiteit en levensstijl, en ook regionale netwerken met een cultuur van vertrouwen en openheid. Verder is een levendige omgeving met conferenties en festivals heel belangrijk voor het uitwisselen van kennis. Ook de aanwezigheid van een universiteit draagt bij aan een optimale omgeving voor innovatie. Deze condities zijn in ieder geval aanwezig in Amsterdam, Utrecht, Dublin, Boedapest en Barcelona.

Onderdeel van een global community

In Boedapest interviewde de promovendus een vrouw die een innovatieve winkel in streekproducten is begonnen. Zij vertelde mij een verhaal van vrees en hoop: vrees over de continuïteit van haar winkel en de stress die dat oplevert, maar tegelijk met de hoop dat haar project, dat inmiddels is opgevolgd door 30-40 vergelijkbare initiatieven, bijdraagt aan een duurzame voedselvoorziening, vertelt Van den Heiligenberg. Ik heb veel interviews gehouden met pioniers op het gebied van innovaties voor duurzaamheid en wat ze nodig hebben om door te breken met hun ideeën. Het pad naar duurzaamheid is niet altijd het gemakkelijkste. Maar zoals één van mijn respondenten zei: wij zijn onderdeel van een global community, van een grotere beweging van bevlogen duurzaamheidspioniers. Deze global community, met gedeelde duurzaamheidsambities, onderling goed verbonden in netwerken, kan van groot belang zijn voor de transitie naar een betere wereld.

Stappenplan

Die uitspraak inspireerde Van den Heiligenberg om een stappenplan te ontwikkelen als onderdeel van zijn proefschrift. Het stappenplan biedt regionale stakeholdernetwerken een concrete aanpak om de bestaande en benodigde condities ter plekke vast te stellen. Het stappenplan is inmiddels in gebruik genomen in de provincie Utrecht. Twee studenten van de Universiteit Utrecht, die naast hun studie iets extra’s willen doen voor de samenleving, helpen daarbij.

2 december: Promotie Harm van den Heiligenberg