ľ�ϸ���Ӱ��

In het Eindhovens Dagblad van zaterdag 14 december reageerde prof. mr. Elisabetta Manunza op de recordorder van 259 bussen voor het Chinese bedrijf BYD.

De aanbesteding van de provincie Overijssel valt samen met een discussie over bescherming van Europese bedrijven tegen oneerlijke concurrentie uit onder meer China. De Nederlandse regering heeft in Brussel een voorstel neergelegd dat oneerlijke concurrentie tegen zou moeten gaan. Een aantal kamerleden had de vraag gesteld of de regels uit dat voorstel tot een andere uitkomst bij de aanbesteding zouden hebben geleid.

Volgens professor Manunza is de materie ingewikkeld. “Juridisch is het complex vast te stellen welk recht van toepassing is omdat bedrijven zich – via dochterondernemingen - in ons land of andere EU-landen vestigen. Daardoor wordt het moeilijk om een bedrijf als niet-Europees te beschouwen.” De provincie kan niet als selectiecriterium opnemen dat de bussen lokaal moeten worden geproduceerd, omdat dit in strijd zou zijn met Europese aanbestedingsregels. Er kunnen wel milieueisen en sociale voorwaarden worden opgenomen in het programma van eisen. Manunza ziet de kwestie graag in een bredere, ook politieke context. De vraag is dan uiteindelijk “in hoeverre Nederland handel met China en andere landen wil drijven, wetend dat bijvoorbeeld onze milieu- en sociale eisen maar ook fundamentele rechten veel verder strekken. Dat is niet alleen een vraag die de overheid maar ook de consument zich moet stellen.”

Voor het gehele artikel, zie het .