Een wandelstok voor Bello
De groene Amsterdammer
Een chemokuur of open-hartoperatie; we geven steeds meer geld uit aan de medische zorg voor onze huisdieren. Waarom doen we dat? Een reportage vanuit de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren Utrecht.
Op de poli is besloten dat van Milo een MRI-scan gemaakt gaat worden Het lijkt in veel opzichten een gewoon ziekenhuis met afdelingen oncologie, neurologie, chirurgie, een intensive care en spoedeisende hulp. Baliemedewerkers en artsen in witte jassen hebben het over ‘patiënten’. Maar het ziekenhuiswinkeltje in de hal verkoopt geen tijdschriften maar diervoeding en naast de koffieautomaten staan metalen drinkbakken voor honden. Welkom in het grootste dierenziekenhuis van Europa.
Het is nog vroeg, maar in de hal met rode skyleren bankjes zit al een aantal patiënten te wachten: een zenuwachtig keffende pekinees; de Franse buldog Mica, die geopereerd moet worden aan drie tumoren en rustig naast haar baasje zit, magazijnmedewerker Daniel Buis uit Purmerend. Verderop zit de kat Grey, ‘maatje’ van hbo-studente Shanna Middelkoop, die zich stilhoudt in de reismand. Hij eet als een wolf maar valt af en hij speelt niet meer. Naast de incheckbalie wordt Milo, een jonge bruine bastaard zonder staart, onder aanmoediging van zijn baasje de weegschaal op geloodst. ‘Goed zo Milo! Vorige keer was je nog 26 kilo, jongen. Je doet het goed.’
Op de afdeling oncologie neemt het team van veterinair oncoloog Maurice Zandvliet de lijst met patiënten door. De volgende is Tirza, een bruine riesenschnauzer van acht. ‘Hé moppie! Hoe is het met jou?’ zegt specialist in opleiding Ada en ze krabt haar kop. Ze neemt bloed af om te onderzoeken of er genoeg witte bloedlichaampjes in het bloed zitten om de maandelijkse chemo aan te kunnen en vraagt met het oog op de behandeling of de eigenaren nog op vakantie gaan. ‘Kamperen in Frankrijk’, antwoordt Erna Harthoorn. ‘Met Tirza uiteraard. We wisten toen we boekten nog niet wat ons allemaal te wachten stond.’ En tegen de hond: ‘Dat was even schrikken, hè?’ Fred Harthoorn knikt. ‘In februari ontdekten we dat het tandvlees ontstoken was. De dierenarts voelde haar lymfeklieren – we zijn meteen hierheen gestuurd.’
Het volledige artikel is verschenen in de Groene Amsterdammer op 18 jui 2018.