“Door mijn dubbele pet kon ik makkelijk contact maken binnen de overheid”
Promotie Alexander Melchior bij AI Lab voor Publieke Diensten
Agent-Based Modelling (ABM) is een geweldig instrument om te komen tot goed beleid voor complexe vraagstukken. Maar ambtenaren maken er in de praktijk nauwelijks gebruik van. Alexander Melchior – zelf rijksambtenaar - zocht voor zijn promotie bij het AI Lab voor Publieke Diensten uit hoe dat komt én wat er moet gebeuren om ABM nuttiger te maken voor beleidsmakers. “Binnen de ambtenarenwereld is het belangrijk dat je vertrouwen in elkaar opbouwt.”
Agent-Based Modelling (ABM) is een krachtig hulpmiddel dat beleidsmakers kan helpen om complexe problemen te begrijpen, zoals klimaatverandering, immigratie en duurzame landbouw. Het is een modelleertechniek waarmee je overzicht creëert en kunt simuleren hoe individuele systemen met elkaar interacteren en welke effecten dit heeft op menselijk gedrag.
“Als je bijvoorbeeld kijkt naar het Nederlandse klimaatbeleid, dan heb je allemaal verschillende vraagstukken die met elkaar samenhangen: verminderen van uitstoot, versnellen van adaptatie, en sociaal draagvlak creëren”, legt Alexander Melchior uit. Hij promoveerde 23 juni op . “Zodra je die domeinen samenbrengt in beleid, hebben ze effect op elkaar. Dat is lastig en complex om mee om te gaan. Met ABM kun je heel goed zien wat de onderlinge effecten zijn van bepaald beleid, waardoor je beter in staat bent om goed beleid te formuleren.”
Gat
Het aparte is dat dit waardevolle instrument niet wordt gebruikt door beleidsbepalers. “Kennelijk zit er een gat tussen hoe waardevol de wetenschap deze techniek vindt en de erkenning hiervan door beleidsontwikkelaars.” Voor zijn onderzoek maakte Melchior gebruik van zijn eigen ervaringen als beleidsadviseur, hield hij interviews met experts en bestudeerde hij case studies om erachter te komen waarom beleidsontwikkelaars ABM links laten liggen. Daarnaast ontwikkelde hij een praktisch kader met verschillende vereisten om ABM wél te integreren in beleidsontwikkeling.

Melchior deed zijn onderzoek binnen de Utrecht AI Labs. Binnen deze Labs zijn de onderzoekers zowel in dienst bij de universiteit als bij een externe organisatie. Dat hij zelf rijksambtenaar is, maakte zijn zoektocht een stuk makkelijker. “Ik werk als senior beleidsadviseur bij de ministeries van Economische Zaken, Klimaat en Groene Groei en Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. En tegelijkertijd was ik werkzaam bij de universiteit. Door deze dubbele pet was het veel makkelijker om contact te maken binnen de overheid. Je staat al met 1-0 voor in vergelijking met een wetenschapper van buitenaf. Dat gaf mij een uniek inzicht in de organisatie.”
Regelmatig informeel contact leidt ertoe dat beleidsmedewerkers meer informatie delen
Een relatie opbouwen is dan ook een van de belangrijkste voorwaarden om ABM op te laten nemen in beleidsprocessen. “Modelleren voor beleid is meer dan beleid modelleren. Binnen de ambtenarenwereld is het belangrijk dat je vertrouwen in elkaar opbouwt en relaties goed onderhoudt. Regelmatig informeel contact hebben leidt ertoe dat beleidsmedewerkers meer informatie delen en eerder dingen van elkaar aannemen. Samen een model bouwen versterkt ook deze relatie.”
Daarnaast is het belangrijk om ambtenaren handelingsperspectief te geven. “Bij de overheid is de werkdruk hoog. Je kunt dus niet als wetenschapper een superinteressant rapport schrijven en vervolgens verwachten dat een ambtenaar zelf gaat uitpluizen hoe hij of zij die wetenschappelijke inzichten moet toepassen in de beleidsontwikkelingen. Zonder een concreet stappenplan verdwijnt een rapport in de la.”
Transitie naar elektrisch rijden
Als voorbeeld noemt Melchior de case study uit 2020 waarbij hij keek hoe ABM kan helpen bij beleid voor de transitie van benzineauto’s naar elektrische auto’s. “Destijds werd de voortgang van de transitie vooral gemeten op basis van financiële indicatoren. Men was op zoek naar andere factoren die óók iets zeiden over de overstap. We hebben toen met veel stakeholders uit het veld gekeken naar wat consumenten beïnvloedt en hier een model van gemaakt.”
Uit het onderzoek van Melchior kwam onder meer naar voren dat autodealers veel invloed hebben op de consument. “Autodealers verdienen veel geld met onderhoud van auto’s. Daarom adviseren zij vaak negatief over elektrische auto’s als hun monteurs daar geen onderhoud aan kunnen doen, bijvoorbeeld omdat ze daar niet voor opgeleid zijn. Dit kan gebeuren wanneer daar geen les in wordt gegeven op de opleiding, wat weer kan komen doordat onderhoud aan elektrische auto’s niet in de exameneisen is opgenomen. Mijn onderzoek leidde tot het identificeren van exameneisen als een indicator voor de transitie. Daarmee bied je een handelingsperspectief, omdat je laat zien welke data ingewonnen kan worden om de transitie beter te monitoren en aan welke knoppen je kunt draaien om de transitie te versnellen. Zo helpt het model ambtenaren om meer grip te krijgen op wat een rol speelt bij de transitie naar elektrisch vervoer.”
Ik hou er van om wetenschap en beleid bij elkaar te brengen
Melchior kijkt met plezier terug op zijn promotie. “Ik ben van huis uit informaticus, maar dit onderwerp was heel interdisciplinair. Ik ben echt uit mijn eigen bubbel gestapt door ook naar bestuurskunde, psychologie, sociologie, et cetera te kijken. Dat maakte het uitdagend, maar ook interessant. Ik hou er van om wetenschap en beleid bij elkaar te brengen en ik zou daar graag mee doorgaan nu mijn promotieonderzoek is afgerond. Beide kanten kunnen van samenwerking profiteren, maar elkaar vinden is en blijft lastig.”