Dierenartsen bij defensie

Tijdschrift voor Diergeneeskunde

Bij defensie zijn ondertussen ongeveer tien reservisten-dierenartsen werkzaam. Een verdubbeling vergeleken met 2014. ‘We hebben zelfs een groeps-App, want die heb je tegenwoordig nodig als je een groepje vormt’, grapt marinier Melle van Schalk. De dierenartsen bij defensie hebben laten zien belangrijk te zijn voor het landsbelang. In februari waren ze bijvoorbeeld betrokken bij de reiniging en certificering van materieel na een grote oefening in Polen.

Dat de dierenarts belangrijk is, blijkt volgens reserve-kolonel Bas Steltenpool alleen al uit het feit dat na de Verenigde Staten Nederland de grootste agrarische exporteur van de wereld is. ‘Defensie heeft een taak bij de rampenbestrijding. bijvoorbeeld als een polder ontruimd moet worden. Ook bij een uitbraak van Q-koorts of bijvoorbeeld het Zikavirus kan defensie worden ingezet. En als bij dit soort rampen dieren betrokken zijn moet er volgens mij een dierenarts bij betrokken worden.’

Maar ook op missies speelt de dierenarts een rol. ‘De dierenarts pakt dierziektes aan en heeft kennis over voedselveiligheid en veterinaire volksgezondheid. Soms kan de dierenarts helpen bij wederopbouw. In ontwikkelingslanden is volksgezondheid vaak slecht geregeld. Neem bijvoorbeeld tuberculose. In Nederland is de incidentie van tuberculose met 80 procent gedaald door melkpasteurisatie. Dat is een veterinaire maatregel. Naast het veterinaire opbouwwerk in een crisisgebied onder de vlag van civiel militaire samenwerking richt defensie zich naar aanleiding van recente ontwikkelingen nu ook weer meer op Oost- Europa gericht zijn. Dat betekent dat het voorkomen van insleep van mond- en-klauwzeer en varkenspest aan relevantie wint.’ Bas legde een paar jaar geleden een plan neer bij toenmalig Commandant der Landstrijdkrachten generaal De Kruif over de opbouw van een militair veterinaire capaciteit. ‘Er moest een link zijn met de bestaande organisatie. Wat wij doen moet relevant zijn. Het idee was dat bij elke brigade een reservist dierenarts en een plaatsvervanger zijn aangesloten. En een dierenarts op landmachtstafniveau. Deze piramide zijn we nu aan het uitbouwen.’

(...)

‘De dierenarts bij defensie is al lang niet alleen maar de 'paardenarts'.’ stelt Bas. ‘Die associatie proberen we te vermijden, hoewel op Prinsjesdag dierenartsen nog steeds betrokken zijn bij het ere-escorte en langs de route staan voor als er calamiteiten zijn.’ Het belang van diergeneeskunde voor defensie blijkt duidelijk uit het vorig jaar gesloten convenant tussen defensie en de faculteit Diergeneeskunde. Reserve-majoor Joris Wijnker heeft nu een part time aanstelling als universitair docent voor onderwijs en onderzoek naar militair-veterinair gerelateerde onderwerpen. Hij begeleidt bijvoorbeeld studenten die onderzoeksprojecten doen naar onderwerpen die wij hebben aangedragen’, vertelt Bas. ‘Binnenkort start zelfs iemand met een promotieonderzoek over het nut van hulphonden bij de behandeling van posttraumatische stressstoornis. Het is een win-winsituatie.’

Het volledige artikel is verschenen in Tijdschrift voor Diergeneeskunde, juli 2017