Dennis Schutter benoemd tot hoogleraar Experimentele Biopsychologie van Motivatie en Emotie
Per 1 juli 2021 is Dennis Schutter benoemd tot hoogleraar Experimentele Biopsychologie van Motivatie en Emotie. Schutter: “Mijn leerstoel heeft een translationeel karakter. Dat wil zeggen dat de resultaten uit ons fundamenteel onderzoek ingezet worden voor klinische toepassingen.”
Schutter gaat zich als hoogleraar richten op multidisciplinair onderzoek en onderwijs in het domein van de experimentele en biologische psychologie. “Het speerpunt is het vergroten van ons psychologische en neurobiologische begrip van de primaire mentale processen die ten grondslag liggen aan menselijk gedrag.”
Verstoringen in homeostatische processen kunnen leiden tot psychische problemen, zoals angst en depressie.
Homeostase
De nieuwe hoogleraar legt zich in zijn onderzoek toe op zogenoemde homeostatische processen. Homeostase betreft zelfregulerende processen waarbij biologische systemen streven naar het behoud van stabiliteit, en zich aanpassen aan omstandigheden die optimaal zijn om te overleven. Schutter: “Verstoringen in homeostatische processen kunnen leiden tot psychische problemen, zoals angst en depressie. Met mijn onderzoek wil ik dit inzichtelijker maken door de relevante hersenprocessen in kaart te brengen. Deze kennis zal vervolgens bijdragen aan het ontwikkelen van nieuwe behandelmethodes, zoals het gebruik van hersenstimulatie in psychische ziektebeelden en hersenaandoeningen.”
Ik ben momenteel bezig om de negatieve gevolgen van de coronacrisis op ons onderzoek weg te werken.
Oude nest
Schutter, die in 1995 in Utrecht begon aan de studie Psychologie, hier ook promoveerde, en na enige omzwervingen in 2019 wederkeerde op ‘het oude nest’, hoopt dat er met zijn benoeming op de korte termijn niet al te veel verandert. “Momenteel loopt mijn Vici-onderzoeksprogramma: ik ben bezig om samen met mijn onderzoeksgroep de negatieve gevolgen van de coronacrisis op ons onderzoek weg te werken. In de toekomst voorzie ik een actievere rol in het onderwijsbeleid, meer overleggen en administratie, commissiewerk voor organisaties zoals NWO en ERC, en een (nog) meer leidinggevende rol in het onderzoek.”