Dennenhars: een gouden kans voor duurzaamheid en gastvrijheid in Soria?

Straatbeeld in Tardelcuende, Soria. Credit: Keina Espiñeira (UAC/Welcoming Spaces)

Hoe kunnen we bijdragen aan een rechtvaardige en duurzame toekomst in vergrijzende en ontvolkende Europese gebieden, en tegelijk een 'gastvrije ruimte' bieden aan niet-EU-migranten die hun levens elders willen voortzetten dan in grote Europese steden? Dat is waar het project Welcoming Spaces over gaat. Dr. Alberto Alonso-Fradejas onderzoekt de uitdagingen en kansen voor de participatie van (niet-EU) migranten in ontvolkte en gemarginaliseerde gebieden in Soria, Spanje, en de rol die dennenhars daarbij speelt.

De Spaanse provincie Soria wordt ook wel het 'Spaanse Lapland' genoemd, met 8 inwoners per vierkante kilometer. Veel inwoners zijn vertrokken op zoek naar een baan of om hoger onderwijs te volgen. Om hun dorpen levendig te houden en het welzijn te bevorderen van degenen die blijven en komen, ontwikkelden de overheid en de maatschappelijk middenstand een hele reeks initiatieven. Een van die initiatieven is het nieuw leven inblazen van een oude traditie: het winnen van dennenhars, om die vervolgens te verkopen aan uiteenlopende industrieën, van voedingsmiddelen tot cosmetica.

Harswinning in Quintana Redonda, Soria. Credit: Keina Espiñeira (UAC/Welcoming Spaces)

Als antwoord op de economische crisis en om een stapje te zetten richting een koolstofvrije economie, hebben visionaire burgemeesters van verschillende dorpen in Soria in 2010 een plan uitgewerkt om bewoners te ondersteunen en nieuwkomers te verwelkomen. "Zo was er een campagne om huisvesting te subsidiëren en kinderbijslag te bieden aan nieuwkomers die zich in het dorp vestigden om een bakkerij of een bar te openen, of om in de landbouw of bosbouw te werken. Een soort package deal," legt Alberto uit. "Er zijn delen van Soria die bekend staan om de vele dennenbomen waaruit hars wordt gewonnen. In Almazán werd een nieuwe harsfabriek gebouwd, waardoor er  onmiddellijk 100 banen in de streek bijkwamen. De harsverzamelaars, in het Spaans 'resineros' en 'resineras' genoemd, zijn zelfstandigen die werken in bossen. Deze zijn meestal eigendom van gemeenten waaraan zij een harswinningsvergoeding moeten betalen.

"In Tardelcuende bijvoorbeeld, is het allemaal begonnen met een paar nieuwkomers. Zij werden opgeleid door oudere inwoners tot resinero. Ze begonnen met het bewerken van 7000 dennenbomen, genoeg om van te leven. Nieuwkomers kregen gesubsidieerde huisvesting aangeboden voor 150 tot 200 euro per maand. Mooie huizen, net als die van anderen in het dorp. Het werk is intensief want hars moet met de hand gewonnen worden en je moet lange uren doorbrengen in het bos, in de regen of onder de harde zon, en meestal alleen. Maar je bent je eigen baas en hebt controle over het tempo en de tijden van je werk. In de winter, wanneer de hars niet meer uit de bomen stroomt, krijg je een subsidie van de provinciale overheid om je door de koude maanden heen te helpen," zegt Alberto. Hij sprak met een Marokkaanse familie die besloten had het gevaarlijke, moeizame en slecht betaalde werk in de commerciële boerderijen van Zuid-Spanje achter zich te laten voor hun nieuwe baan als zelfstandige resinera en resinero. Naast dagelijks meer tijd te hebben met de kinderen konden ze dankzij de winterstop ook voor het eerst sinds 15 jaar op vakantie. 

Ook aan het vervolg naar de harsindustrie werd gedacht. Er zijn twee belangrijke bedrijven die het hars kopen en verwerken voor de nationale en internationale markt. Geleidelijk aan kwamen er meer. Vandaag de dag bestaat een aanzienlijk deel van de bevolking van deze "resinero villages" uit nieuwkomers uit andere delen van Spanje en uit Marokko, Senegal, Bulgarije, Ecuador, Peru en andere landen.

"We hebben interviews gehouden met oude bewoners, migranten, bestuurders en ambtenaren. We bezochten de dennenbossen, legden geluidsopnamen vast, namen foto's en werden zelfs getrakteerd op een drankje in een plaatselijke bar. Dat is tenslotte de plek waar veel harsverzamelaars samenkomen."

portrait of Alberto Alonso-Fradejas
Alberto Alonso-Fradejas
International Development Studies, Sociale Geografie en Planologie
Een heropende school in Tardelcuende. Credit: Keina Espiñeira (UAC/Welcoming Spaces)

Alberto: "in samenwerking met onze Spaanse partners in het Welcoming Spaces consortium,  en de , hebben we Soria geïdentificeerd als een vruchtbare regio om de migrantenkwestie in het zogenaamde 'leeggemaakte Spanje' te onderzoeken. We identificeerden 3 factoren waardoor je zou kunnen zeggen dat het 'dennenharsmodel' werkt, waaronder: Een warm welkom, nieuwkomers worden heel goed onthaald in deze resinero-dorpen. Met name in Tardelcuende is de school levendig met kinderen, er zijn nieuwe winkels geopend en er zijn nu vier bars in plaats van één.

Ten tweede: Een zorgzame gemeenschap. Mensen helpen elkaar. Een van onze geïnterviewden, een resinero en vader uit Senegal, vertelde ons hoe hun oudere Spaanse buurvrouw er blij van werd om een oogje op hun jonge dochter te kunnen houden wanneer hij en zijn partner aan het werk waren. Aangezien de dennenbossen nauwelijks gebruikt werden, is er bij de oude bewoners niet zo'n gevoel van nieuwkomers die 'hun' banen overnemen. Bovendien worden de harsverzamelaars erkend als bosbeheerders, ongeacht hun plaats van herkomst.

Ten derde gaat de gemeenschappelijke arbeidsregeling ongelijkheid en etnische segregatie tegen. Het feit dat de meeste harswinners zelfstandigen zijn en geen eigenaar zijn van de dennenbomen waarmee zij werken, houdt extreme sociaal-economische differentiatie tussen hen op afstand. En anders dan in grotere metropolen delen werkende gezinnen met verschillende etnische en religieuze achtergronden in het dorp dezelfde leef-, vrijetijds- en arbeidsruimten."

Alberto en zijn collega's van het Welcoming Spaces consortium verwachten deze ervaring in detail te bespreken in een komende reeks papers, verwacht in 2023.