De top kijkt om: bijdragen aan het collectieve geheugen
Hoe kun je effectief opereren als bewindspersoon of topambtenaar? Hoe leg je de ervaringen van (oud-)bewindspersonen en topambtenaren systematisch vast om die vervolgens te kunnen delen en benutten? , een reeks van tien gefilmde interviews, levert daar een belangrijke bijdrage aan. Hoe kijken de voormalige ministers en topambtenaren terug op hun manier van besturen, de druk van de media en de kwaliteit van de ambtelijke dienst? Hebben ze adviezen, bijvoorbeeld over wat hun opvolgers moeten doen en laten om zo effectief mogelijk te zijn?
Naast Paul ’t Hart en Erik-Jan van Dorp van de Universiteit Utrecht, werkten onderzoekers van de universiteiten van Groningen en Nijmegen mee aan dit project, dat erop gericht is het collectieve geheugen van de overheid te versterken. ‘Een goudmijn voor iedereen die geïnteresseerd is in politiek, bestuur en leiderschap,’ aldus Paul ’t Hart.
De website De top kijkt om is een initiatief van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en geïnspireerd door Ministers Reflect van het Britse Institute for Government. De Nederlandse voormalige bewindspersonen en topambtenaren zijn bevraagd over hun ervaringen, vooral ook over zaken die je doorgaans niet terugleest in de departementale archieven. De site is bovendien thematisch ingedeeld (zo kun je bijvoorbeeld zoeken naar leiderschap bij crises). Mede hierdoor is het een uitermate waardevolle en bruikbare bron van informatie voor een breed publiek. Ieder jaar zal De top kijkt om worden aangevuld met tien nieuwe interviews.
‘Het mooie van deze reeks,’ zegt Paul ’t Hart, ‘is dat we deze twee categorieën functionarissen ondervragen over: Hoe ga je om met bepaald type vraagstukken, met je rol, met je verantwoordelijkheid, met je institutionele positie en met de veranderende maatschappelijke omgeving waar je mee te maken hebt? Hoe doe je dat nou eigenlijk? We proberen aldus van die mensen hun gestolde wijsheid - opgedaan in carrières die drie of meer decennia binnen de overheid beslaan - te ontlokken en te ontsluiten voor een breed publiek van ambtenaren, publieke professionals en andere geïnteresseerden in het functioneren van de overheid.’
Interview: Marjanne Sint
Het onderwijs kan veel baat hebben bij de verhalen van mensen die decennialang in het openbaar bestuur hebben gewerkt
Kennisclips voor onderwijs en onderzoek
Paul ’t Hart was lid van de kerngroep die het project heeft aangezwengeld: ‘De top kijkt om maakt deel uit van een bredere reeks digitale ‘tentoonstellingen’ over verschillende aspecten van de overheid, die samen het collectieve geheugen over de organisatie, ontwikkeling en hervorming van (de professies) binnen de Nederlandse overheid kunnen versterken.’
Hij benadrukt dat ook het onderwijs, inclusief het executive onderwijs aan professionals, veel baat kan hebben bij deze, uit het leven gegrepen, verhalen van mensen die decennialang in het openbaar bestuur hebben gewerkt: ‘De interviews zijn eigenlijk kennisclips, die je zo kunt gebruiken in het onderwijs’.
Andere waardevolle bijdragen aan het collectieve geheugen zijn bijvoorbeeld waarin het gaat om de rol en positie van ambtenaren door de jaren heen en de tentoonstelling , die 50 jaar verbetering van de Rijksdienst documenteert.
Het vakmanschap van topambtenaren
Voor De top kijkt om interviewden Paul ’t Hart en Erik-Jan van Dorp onder anderen Annemarie Jorritsma, Chris Kalden, Dineke Mulock Houwer, Jozias van Aartsen, Tjibbe Joustra, Marjanne Sint en Harry Borghouts.
Erik-Jan van Dorp benut hun verhalen onder andere voor zijn promotieonderzoek naar het vakmanschap van topambtenaren. Hij observeert de ambtenaren zo dicht-op-de-huid mogelijk om een beeld te krijgen van hoe zij omgaan met politici en het ‘politieke’ van hun professionele wereld.