Conodonten: extreem goed aangepaste pioniers uit het verre verleden
Weinig kieskeurig en daarmee evolutionair succesvol
Conodonten zijn raadselachtige diertjes die 300 miljoen jaar lang de aarde bevolkten totdat ze uitstierven, kort na het verschijnen van de eerste dinosauriërs. Misschien horen ze wel tot de vroegste gewervelde dieren. Conodonten hebben tandachtige fossielen achtergelaten, variërend van eenvoudige "kegels" waaraan ze hun naam ontlenen (conodont betekent kegeltand) tot brede kiesachtige structuren, of juist delicate staafjes en sprieten. Ondanks jaren van intensief onderzoek tasten onderzoekers in het duister over de functie van deze tanden en hoe ze in de voedselketen passen. Een internationaal team van paleontologen onderzocht daarom de culinaire voorkeur van verschillende soorten conodonten door de samenstelling van hun tanden chemisch te analyseren. Het onderzoek is onlangs gepubliceerd in het tijdschrift Paleobiology.
De onderzoekers vergeleken soorten binnen afzonderlijke leefgemeenschappen. Die haalden ze uit gesteenten van meer dan 400 miljoen jaar oud, afkomstig van het Zweedse eiland Gotland. Om het dieet vast te stellen maakten de onderzoekers gebruik van een methode uit de gereedschapskist van archeologen: ze keken naar de relatieve overvloed aan chemische elementen zoals strontium, barium en calcium, die allemaal door het dieet worden beïnvloed. Zo konden ze bepalen of verschillende conodontensoorten die in dezelfde omgeving leven, verschillende dieetvoorkeuren zouden hebben.
Extreem aanpassingsvermogen aan nieuwe diëten
De wetenschappers, afkomstig uit Canada, Nederland, Duitsland en Zweden, vonden verschillende chemische samenstellingen voor diverse conodontensoorten. Dat wijst op uiteenlopende dieetvoorkeuren. Aanpassing aan verschillende diëten is waarschijnlijk een belangrijke drijfveer geweest voor de evolutie van deze groep, wat heeft geleid tot een groot aantal verschillende vormen van conodontentanden. De wetenschappers vermoeden dat dit extreme aanpassingsvermogen aan nieuwe diëten een sleutelfactor is geweest in de lange levensduur van de groep. Conodonten waren ecologisch enorm succesvol en overleefden meerdere massa-uitstervingsgolven, waaronder de grootste ter wereld aan het eind van het Perm, een gebeurtenis waarbij meer dan 95% van alle mariene soorten het loodje legde. In dat opzicht waren zij vergelijkbaar met zoogdieren, waarvan het buitengewone evolutionaire succes ook voor een groot deel wordt toegeschreven aan hun tandendiversiteit.
Voedselstrategie
Zoals iedereen weet die wel eens een groot diner heeft bijgewoond, is er altijd een grote verscheidenheid aan gerechten beschikbaar, maar in beperkte hoeveelheden. Het ontwikkelen van een strategie om zo veel mogelijk van de meest aantrekkelijke gerechten te nuttigen is van het grootste belang om goed gevoed naar huis te gaan, en dit principe kan ook worden toegepast op conodonten. Aanpassing aan de consumptie van verschillende voedingsmiddelen is een van de krachtigste drijfveren van de evolutie geweest, en deze studie toont aan dat conodonten misschien wel bijzonder goed zijn geweest in het vinden van hun eigen voedselstrategieën.
Nuttige fossielen
Vergeleken met grotere en meer spectaculaire fossielen trekken deze kleine palingachtige organismen niet veel aandacht, maar ze spreken al meer dan een eeuw tot de verbeelding van paleontologen. Het zijn ontzettend nuttige fossielen: je vindt hun millimetergrote tanden over de hele wereld, ze zijn snel geëvolueerd en je kunt ze goed gebruiken om de ouderdom van mariene gesteenten te bepalen, dankzij de lange duur van hun bestaan op aarde. Dit onderzoek stond onder leiding van David Terrill, destijds nog promovendus aan de Universiteit van Calgary, die naar Duitsland reisde om mee te werken aan de ontwikkeling van deze nieuwe methode, onder begeleiding van dr. Emilia Jarochowska (nu verbonden aan de Universiteit Utrecht).
Terrill, D., Jarochowska, E., Henderson, C., Shirley, B., & Bremer, O. (2022), ‘Sr/Ca and Ba/Ca ratios support trophic partitioning within a Silurian conodont community from Gotland, Sweden’, Paleobiology, 1-21.