Combitherapie kan uitkomst bieden voor nierfalen bij cystinose

Onderzoekers wijzen kansrijk medicijn aan als aanvulling op bestaande middelen

Patiënten die lijden aan de ernstige nierziekte cystinose kunnen in de toekomst mogelijk baat hebben bij een nieuwe combinatie van bestaande medicijnen. Een anti-kankermedicijn blijkt symptomen van de nierziekte te kunnen remmen, melden wetenschappers van de Universiteit Utrecht vandaag in het vakblad EMBO Molecular Medicine. Het middel kan een welkome aanvulling zijn op een huidig middel tegen cystinose, dat niet afdoende werkt en veel bijwerkingen kent.

De zeldzame stofwisselingsziekte cystinose is een erfelijke aandoening, die al op zeer jonge leeftijd leidt tot ernstige gezondheidsproblemen. Bij de ziekte stapelt het aminozuur cystine zich op in de nieren en andere organen, die daardoor grote schade oplopen.

Dr. Manoe Janssen
Dr. Manoe Janssen

Ziek van het huidige medicijn

Cystinose-patiënten krijgen nu doorgaans het middel cysteamine voorgeschreven. Dat medicijn is echter verre van ideaal. Het moet om de zes uur worden ingenomen, en leidt in het lichaam tot de productie van veel gas. En ander groot nadeel is dat patiënten die het middel gebruiken naar zwavel gaan ruiken. “Mensen worden ziek van het medicijn”, zegt dr. Manoe Janssen, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht. “Maar het is toch nodig, omdat ze anders doodgaan aan de ziekte.”

Hulp van een kankermedicijn

Door cysteamine te combineren met een ander medicijn, moet het mogelijk zijn om de ziekte verder in de dammen, ontdekten Janssen en collega’s. Het gebruik van cysteamine kan dan omlaag, zodat ook de bijwerkingen verminderen. Dat extra middel, genaamd bicalutamide, is nu vooral in gebruik als anti-kankermedicijn.

Ze kwamen dat medicijn op het spoor nadat ze niercellen van cystinose-patiënten vergeleken met gezonden cellen. Door nauwgezet te kijken naar allerlei processen en stoffen in de cellen, konden ze aanwijzen welke processen verband houden met de ziektesymptomen.

Vervolgens zochten ze in een grote verzameling van bestaande medicijnen naar middelen die de cystinose-symptomen zouden kunnen verminderen. Het medicijn bicalutamide bleek het meest effectief.

Reeds goedgekeurd medicijn

“Een groot voordeel van dit middel is dat het een reeds goedgekeurd medicijn is”, zegt Janssen. “Mocht dit goed blijken te werken, dan kun je snel stappen zetten richting een behandeling. Je hoeft niet weer het langdurige traject van medicijnontwikkeling en -goedkeuring te doorlopen.”

Het terugdraaien van symptomen in zebravissen is een belangrijk signaal dat het middel ook in mensen kan werken

Symptomen volledig teruggedraaid

Bicalutamide bleek hoopgevend toen de onderzoekers het uitprobeerden in zebravissen. De vissen hadden een genetisch defect dat vergelijkbaar is met de genetische aandoening in cystinose-patiënten. Het middel bleek de symptomen volledig terug te draaien.

Volgens Janssen is dat een belangrijk signaal dat het middel ook in mensen kan werken. Zebravissen staan weliswaar ver ons af, maar we delen wel veel genetische structuren met elkaar.

Mini-nieren met cystinose-kenmerken

Om de stap naar mensen te kunnen maken, probeerden de onderzoekers het middel uit op menselijke niercellen. Ze gebruikten daarvoor zogeheten nier-organoïden, ofwel mini-organen gemaakt van niercellen. De mini-organen zijn gemaakt door het kweken van niercellen uit de urine van cystinose-patiënten. Onder de juiste omstandigheden in het laboratorium kunnen de mini-organen verschillende structuren van de nier nabootsen. Ook in deze mini-nieren bleek bicalutamide effectief in het terugdraaien van cystinose-symptomen.

Het doel is uiteindelijk impact maken voor de patiënten

Het onderzoek van Janssen en collega’s is nog gaande. Een volgende stap het is nagaan of het middel ook op langere termijn een gunstige uitwerking heeft op de nieren. Dat moet uiteindelijk de weg vrijmaken voor een klinische studie, waarbij onderzoekers kunnen nagaan welke vooruitgang patiënten boeken als ze beide middelen krijgen toegediend. Janssen: “Het doel is uiteindelijk impact maken voor de patiënten.”

Het onderzoek van Janssen is mede mogelijk gemaakt door financiering uit het Kolff Programma van de Nierstichting.

Publicatie

EMBO Molecular Medicine, 24 juni 2021. DOI: 10.15252/emmm.202013067

Amer Jamalpoor*, Charlotte AGH van Gelder*, Fjodor A Yousef Yengej, Esther A Zaal*, Sante Princiero Berlingerio, Koenraad R Veys, Carla Pou Casellas*, Koen Voskuil*, Khaled Essa*, Carola ME Ammerlaan, Laura Rita Rega, Reini van der Welle, Marc R Lilien, Maarten B Rookmaaker, Hans Clevers , Judith Klumperman, Elena Levtchenko, Celia R Berkers*, Marianne C Verhaar, Maarten Altelaar*, Rosalinde Masereeuw*, Manoe J Janssen*

* = Onderzoeker aan de Universiteit Utrecht