Boostergrants geven impuls aan onderzoek naar jeugd en gezondheid

Onderzoekers van de Universiteit Utrecht en het UMC Utrecht slaan de handen ineen met maatschappelijke partners. Vier boostergrants zijn toegekend tijdens een feestelijke loting georganiseerd door Dynamics of Youth (UU) en Child Health (UMCU). Komend jaar starten vier studies met uiteenlopende onderwerpen: de ervaringen van jongeren met psychische medicatie, een instrument om sociale cognitie bij peuters te testen, taalontwikkeling bij extreem vroeggeboren kinderen en het bespreekbaar maken van kindermisbruik door (mentale) gezondheidsprofessionals.

Jong en gemedicaliseerd leven: Zoeken naar een persoonlijk verhaal over psychische medicatie in generatie Y en Z

Foto van Catrin Finkenauer, Grietje Keller, Gemma Blok en Kors van der Ent
Catrin Finkenauer, Grietje Keller, Gemma Blok en Kors van der Ent

Sinds de jaren ‘90 worden psychiatrische medicijnen steeds meer voorgeschreven aan kinderen en adolescenten in Nederland. Vooral antidepressiva en ADHD-medicatie, maar ook antipsychotica worden voorgeschreven als “” slaappillen. Op dit moment zijn er zorgen over de toename van psychisch medicatiegebruik. Aangezien er een lange wachtlijst is voor de GGZ en de mentale gezondheidsproblemen onder tieners en twintigers toenemen, is een verdere toename van medicatie niet ondenkbaar.

Maar hoe denken jongeren hier zelf over? Welke verhalen hebben mensen van generatie Y en Z te vertellen over hun ervaringen met psychische medicatie? Welke effecten ervaren gebruikers op hun gedachten, lichaam en hun leven? Hoe hebben dokters hen aan de start van het medicatietraject ingelicht over de verwachte werking en bijwerkingen van deze medicijnen? En in welke vorm delen ze hun verhalen? Door autobiografische verhalen, films, documentaires, kunst, gedichten, blogs, vlogs, popliedjes, sociale media posts, of reels?

Dit interdisciplinaire project is een samenwerking van hoogleraar Geschiedenis van de psychiatrie Gemma Blok (UU), hoogleraar Innovatie in de GGZ  (UMCU) en ervaringsdeskundige en oprichter van . Samen zullen ze een benadering vanuit de medische geesteswetenschappen gebruiken en focussen op een analyse van persoonlijke verhalen en verbeeldingen van psychisch medicatiegebruik.

Vertrouwen opbouwen via onderzoek: op zoek naar richtlijnen om kindermisbruik bespreekbaar te maken voor artsen en psychologen

Foto van Catrin Finkenauer, Lennie van Hanegem, Iva Bicanic en Kors van der Ent
Catrin Finkenauer, Lennie van Hanegem, Iva Bicanic en Kors van der Ent

Kindermisbruik komt veel voor. Door geheimhouding, manipulatie en verbale bedreigingen zorgt kindermisbruik voor chronische stress en daar kunnen lichamelijke en gynaecologische klachten mee gepaard gaan.

Als jongeren die te maken hebben (gehad) met kindermisbruik bij de dokter of psycholoog komen met een probleem, vertellen ze niet altijd over deze traumatische gebeurtenissen. Voor zowel patiënten als doktoren kan het lastig zijn om over seksueel misbruik te praten. Gynaecologen zijn vaak niet voldoende opgeleid om deze gesprekken te voeren. Maar ook psychologen zijn terughoudend in het vragen naar seksueel misbruik dat mogelijk gerelateerd is aan de problemen waar de patiënt voor komt.

Seksueel misbruik is een moeilijk onderwerp, en daarom is het juist belangrijk dat (mentale) gezondheidsprofessionals vertrouwen opbouwen bij de patiënt. Slachtoffers vertellen vaak pas over het misbruik als ze volwassen zijn. Het adequaat en sensitief benaderen van seksueel misbruik door zorgprofessionals kan ervoor zorgen dat slachtoffers hier eerder over vertellen waardoor het misbruik mogelijk eerder stopt en eerder gestart kan worden met een behandeling.

In dit onderzoek voeren gynaecoloog  (UMC Utrecht), universitair hoofddocent ontwikkelingspsychologie Odilia Laceulle (UU) en klinisch psycholoog en hoofd van het Landelijk Psychotraumacentrum  (UMC Utrecht) een delphi-studie uit.

De onderzoeksgroep schrijft in hun projectvoorstel: “We bevragen psychologen, kinderartsen en gynaecologen om tot een consensus te komen over hoe we communicatie met jongeren en adolescenten kunnen verbeteren over (een verleden met) kindermisbruik. Het doel van de studie is om richtlijnen op te stellen die het patiëntencomfort en het vertrouwen tussen patiënt en hulpverlener vergroten. Ook hopen we hiermee de drempel om te praten over seksueel misbruik en het risico om opnieuw slachtoffer te worden te verlagen. De richtlijnen worden geïmplementeerd in het Centrum Seksueel Geweld (CSG), de landelijke organisatie die slachtoffers van seksueel geweld ondersteunt.”

Het in kaart brengen van sociale cognitie bij peuters

Foto van Catrin Finkenauer, Fleur Velders, Elma Blom, Kors van der Ent en Marieke de Vries
Catrin Finkenauer, Fleur Velders, Elma Blom, Kors van der Ent en Marieke de Vries

Het leren begrijpen hoe andere mensen zich voelen, je gedrag aanpassen om op anderen te reageren en gezamenlijke aandacht vallen allemaal onder de noemer ‘sociale cognitie’. Door sociale cognitie kunnen kinderen zichzelf en anderen begrijpen en contact maken. Het kunnen meten van sociale cognitie kan helpen om de ontwikkeling van het kind te beoordelen. Als een kind achter lijkt te lopen in de ontwikkeling, kan er worden ingesprongen met begeleiding. Op dit moment is het nog lastig om sociale cognitie goed te meten bij jonge kinderen. Tests die er al zijn, baseren zich veel op taal, (werk)geheugen en verhaalbegrip. Hierdoor zijn problemen in de sociale cognitie lastig te onderscheiden van communicatieproblemen.

In dit onderzoek zullen Universitair Docent Psychologie met een expertise in autisme Marieke de Vries, Universitair Hoofddocent Vroege ontwikkeling en taal Caroline Junge, kinder- en jeugdpsychiater (UMCU)  en hoogleraar Taalontwikkeling Elma Blom samenwerken aan het testen van de Early Socio Cognitive Battery (ESB) in Nederland. Hiervoor gaan ze samenwerken met uitgever  en projectmanager  van Hogrefe Uitgevers (uitgeverij op het gebied van psychologie). De ESB is een kort en makkelijk instrument dat sociale cognitie test in jonge kinderen van 2 tot 5 jaar oud. Het instrument is onafhankelijk van taal, werkgeheugen of verhaalbegrip. Daarom kan deze methode goed toepasbaar zijn bij verschillende groepen. De test is ontwikkeld in het Verenigd Koninkrijk, maar is nog niet getest in Nederland.

In hun ingediende projectvoorstel schrijft de groep: “We hopen te vinden of de ESB een handige tool kan zijn voor veel verschillende (klinische) settings. We breiden de relevantie van de ESB uit door data te verzamelen van kinderen met risico op autisme, om zo te ontdekken welke andere factoren ESB-scores kunnen beïnvloeden.”

Is vroege taalontwikkeling een voorspeller voor latere uitkomsten bij extreem vroeggeboren kinderen?

Foto van Catrin Finkenauer, Tessel Boerma, Jannie Wijnen, Amber Bontekoe, Kors van der Ent en Evita Wiegers
Catrin Finkenauer, Tessel Boerma, Jannie Wijnen, Amber Bontekoe, Kors van der Ent en Evita Wiegers

In de EMMA-studie wordt onderzocht of een extra sterk MRI-systeem (7t MRI) gebruikt kan worden om te voorspellen of extreem vroeggeboren baby’s op latere leeftijd problemen zullen ervaren. In het project wordt gekeken of taalontwikkeling ook een toekomstvoorspeller is voor latere uitkomsten bij extreem vroeggeboren kinderen.

In dit project werken Universitair Docent Taalvaardigheid Tessel Boerma (UU), Universitair Hoofddocent in de High Field MR-onderzoeksgroep  (UMCU) en Universitair Docent in de high Field MR-onderzoeksgroep (UMCU) en ervaringsdeskundige  samen. Ze voegen de N-CDI, een vragenlijst over taalmogelijkheden van kinderen, toe aan de EMMA-studie bij kinderen van 1 en 2 jaar. Daarnaast gaan ze 2-jarige kinderen die vrij spelen observeren op hun taalvaardigheid.

“Als deze methoden voorspellers blijken te zijn voor latere uitkomsten bij extreem vroeggeboren kinderen, zullen we dit in de toekomst incorporeren in de klinische follow-up in het WKZ. Hiervoor is het belangrijk om het perspectief van patiënten ook mee te nemen, vandaar dat ook Amber als ervaringsdeskundige betrokken is bij dit project," aldus de onderzoekers in hun voorstel.

Uitreiking boostergrants

Kors van der Ent en Catrin Finkenauer
Kors van der Ent (Child Health) en Catrin Finkenauer (Dynamics of Youth)


De Boostergrants worden jaarlijks uitgereikt tijdens de Booster-borrel, een evenement gericht op het versterken van de samenwerking tussen Child Health (UMCU) en Dynamics of Youth (UU). Tijdens dit evenement is er de kans om gelijkgestemden te ontmoeten die de interdisciplinariteit van je onderzoek een boost kunnen geven. De grants worden verloot onder onderzoekers die een voorstel voor interdisciplinair kind- en jeugdonderzoek indienen.