Boodschap voor gedragsonderzoekers: mensen zijn geen gewoontedieren

Veel onderzoekers en beleidsmakers denken dat mensen gewoontedieren zijn. En nogal wat gewoontes van ons worden verantwoordelijk gehouden voor kwalijke zaken als overbelasting van het milieu (door te makkelijk de auto te pakken) of voor allerhande gezondheidsproblemen (te veel snacken). Maar zijn mensen wel gewoontedieren? “Nee”, zo concludeert psycholoog Hans Marien in het tijdschrift .

Voor zijn onderzoek analyseerde Marien (samen met collega’s Ruud Custers en Henk Aarts) toegepast gewoonteonderzoek over de laatste 20 jaar. “Toegepast gewoonteonderzoek baseert zich op fundamenteel onderzoek in de psychologie en neurowetenschappen, waar doorgaans onder zeer gecontroleerde omstandigheden kan worden aangetoond dat mensen gewoontedieren zijn. Gewoontedieren die zonder nadenken en enige vorm van reflectie gedrag uitvoeren nadat ze veelvuldig zijn beloond. In ons artikel stellen we dat de definitie en methode die toegepaste gewoonteonderzoekers gebruiken niet toelaten om te concluderen dat mensen echte gewoontedieren zijn.”

Kritischer opstellen

Volgens Marien komt uit hun studie naar voren dat we niet zomaar gedachteloos met de auto naar ons werk gaan, en dat we evenmin, bij het zien van een snackbar, onmiddellijk een frietje met mayonaise eten. “Gedragsonderzoekers zullen zich kritischer kunnen opstellen voordat ze zeggen dat gewoontes een grote rol spelen bij maatschappelijke problemen, en beleidsmakers en belangenorganisaties adviseren over de wijze waarop gewoontegedrag moet worden veranderd.”