BioRxiv
Voorpublicaties openlijk delen op BioRxiv
“Toen we een op Crispr-Cas9 gebaseerde genome editing toolbox ontwikkelden, hebben we deze op gepubliceerd”, vertelt moleculair neurobioloog Harold MacGillavry. In deze open access preprint server plaatsen onderzoekers hun studies voorafgaand aan de publicatie en peer-review bij een wetenschappelijk tijdschrift. Een soort voor-inzage dus.
“Met de toolbox kun je endogene eiwitten fluorescent labellen. Dat lukte al in delende cellen, maar in neuronen werkte dat niet goed en daar was wel veel vraag naar. Toen we het stuk op BioRxiv zetten, kregen we gelijk veel reacties en ook veel vraag naar de DNA-constructen die we hadden ontwikkeld. Aanvankelijk verstuurden we die kosteloos zelf vanuit ons lab naar andere labs wereldwijd, maar dat werd te veel werk. Toen hebben we deze constructen aangeboden bij , een non-profit organisatie die constructen verzameld en verstuurd. Ze nemen ons werk uit handen en zo kunnen we de constructen toch delen”, zegt MacGillavry.
Door je onderzoek op BioRxiv te publiceren stel je je werk veilig en laat je zien dat jij hier mee bezig bent.
Hoewel de onderzoeken op BioRxiv nog geen kwaliteitscontrole van peer-review hebben ondergaan, is het volgens MacGillavry een goede plek om wetenschappelijke inzichten te delen. “Ik ben groot voorstander van BioRxiv. Het proces van publiceren duurt tegenwoordig zo lang, soms wel een jaar. Door het op BioRxiv te publiceren stel je je werk veilig en laat je zien dat jij hier mee bezig bent.”
Deze manier van publiceren versnelt bovendien het onderzoeksproces. “Andere onderzoeksgroepen kunnen er dan ook eerder mee verder. Met de uitbraak van het Coronavirus bijvoorbeeld werden gelijk veel studies op BioRxiv gedeeld”, vertelt MacGillavry. “Ook voor onszelf is het de plek om de nieuwste inzichten te volgen. Als ik nu een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift zie, denk ik vaak: dat heb ik gelezen.”
Wetenschap versnellen
Niet alle onderzoekers plaatsen hun inzichten al op BioRxiv. Net iets voor de prepublicatie van het MacGillavry lab, publiceerde een andere onderzoeksgroep een vergelijkbare methode in een wetenschappelijk tijdschrift. En: zij begonnen vervolgens een bedrijf in de verkoop van hun constructen. “Ik vind het best schokkend dat iemand daar een bedrijf in begint. DNA-constructen zijn zulke basale dingen die je in ieder moleculair biologisch lab kunt ontwikkelen en het is heel gebruikelijk om die te delen met andere onderzoeksgroepen. Ik zie geen reden waarom je dat commercieel zou gaan verkopen.”
Het delen van voorpublicaties op BioRxiv is volgens MacGillavry dus een goede manier om je werk te delen, de wetenschap te versnellen en eerder op de hoogte te zijn. Maar het openstellen van onderzoeksresultaten heeft ook zijn eigen lab geholpen, vertelt MacGillavry. “Alleen al doordat mensen ons benaderen voor onze constructen, heb je opeens persoonlijk contact met allerlei labs over de hele wereld en daar kunnen leuke dingen uit voorkomen. We worden nu bijvoorbeeld vaker gevraagd voor seminars en samenwerkingen. En grote labs wereldwijd werken nu met onze constructen; dat is heel bijzonder en een mooie erkenning van ons werk.”
Deze casus is onderdeel van een longread over open science.