Belastingdienst, Douane en Toeslagen krijgen externe toezichthouder

Toezicht als tegenkracht

De domeinen belastingen, douane en toeslagen verdienen een externe toezichthouder. Dat is de belangrijkste conclusie van het advies Toezicht als tegenkracht. Het advies werd opgesteld door prof. dr. Judith van Erp (Universiteit Utrecht), Mr. Jan van den Bos en Prof. dr. Sigrid Hemels, in opdracht van de staatssecretarissen van het ministerie van Financiën.

Het instellen van toezicht is echter geen wonderolie, stellen zij. Het ministerie van Financiën en de diensten moeten eerst zelf verbeteringen in de organisatie- en informatiecultuur doorvoeren. Een externe toezichthouder kan vervolgens onderzoeken of de kwaliteitszorg en de interne checks and balances van de diensten op orde zijn en gebreken daarin signaleren. De staatssecretarissen hebben het advies overgenomen en de ministerraad heeft inmiddels ingestemd met de oprichting van een inspectie.

Het politiek en maatschappelijk vertrouwen in de Belastingdienst en Toeslagen staat onder druk als gevolg van incidenten en tekortschietende dienstverlening, zoals recent met betrekking tot toeslagen op de kinderopvang. Burgers en bedrijven moeten bij klachten en problemen tijdig en adequaat geholpen worden en ook medewerkers van de Belastingdienst en Toeslagen moeten vertrouwen hebben dat interne signalen en klachten goed worden opgepakt.

De staatssecretarissen van Financiën verzochten prof. dr. Judith van Erp, mr. Jan van den Bos en prof. dr. Sigrid Hemels om advies uit te brengen over de mogelijkheden voor extern toezicht op de Belastingdienst, Toeslagen en Douane. Hun conclusie is dat de domeinen belastingen, toeslagen en douane een externe toezichthouder verdienen, in de vorm van een inspectiedienst.

Een externe toezichthouder kan onderzoeken of de kwaliteitszorg en de interne checks and balances van de diensten op orde zijn en gebreken daarin signaleren. De toezichthouder richt zich zowel op feilen in de uitvoering (door de diensten), als op problemen in de taakformulering (door de opdrachtgevers) en het toezicht op de uitvoeringspraktijk (door de ambtelijke top en de staatssecretarissen). De toezichthouder dient het burgerperspectief te betrekken bij zijn programmering, maar moet niet de rol van ombudsman gaan vervullen.

Toezicht door een Inspectie

Toezicht is echter geen wonderolie dat alle huidige en toekomstige problemen in de domeinen oplost of voorkomt. Daarvoor is allereerst nodig dat de interne checks and balances, cultuur en informatievoorziening binnen de Belastingdienst, Toeslagen en Douane op orde zijn. Daarbij gaat het om het vergroten van het verandervermogen, om de bestaande verbeterprogramma’s uit te voeren en zich daar tijdig en open over te verantwoorden.

Een externe toezichthouder houdt toezicht namens de minister en valt volledig onder de ministeriële verantwoordelijkheid. De toezichthouder is onafhankelijk in het onderzoek, het oordeel en de openbaarheid en legt publieke verantwoording af. Om die redenen ligt de instelling van een inspectie meer voor de hand dan een college of commissie van toezicht.

De toezichthouder heeft vanzelfsprekend volledige informatiebevoegdheden nodig, daaronder begrepen de mogelijkheid om ook met medewerkers op de werkvloer te spreken. De inspectie dient toegerust te worden met voldoende deskundige medewerkers met kennis van en ervaring met de uitvoeringspraktijk, fiscale zaken, ICT, menselijk gedrag, en dergelijke.

Toezicht als tegenkracht

Het adviesrapport Toezicht als tegenkracht. Naar een inspectie op de domeinen belastingen, toeslagen en douane werd geschreven door prof. dr. Judith van Erp (hoogleraar Regulatory Governance, Universiteit Utrecht) Mr. Jan van den Bos (voorzitter Inspectieraad en inspecteur-generaal van de Inspectie Leefomgeving en Transport) en Prof. dr. Sigrid Hemels (hoogleraar belastingrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en werkzaam bij Allen & Overy). De adviseurs werden ondersteund door dr. Meike Bokhorst (WRR/Universiteit Utrecht).

Lees het volledige adviesrapport op .

Lees hier de .