Automatisch melken en uiergezondheid, Deel 2
Tijdschrift voor Diergeneeskunde
Detectie mastitiskoeien
Bij het opsporen van mastitiskoeien bij automatisch melken spelen sensoren een belangrijke rol. De meest gebruikte sensoren en de betrouwbaarheid van (combinaties van) sensoren worden hierna besproken. Volgens internationale regelgeving dient melk op organoleptische en fysisch-chemische afwijkingen te worden gecontroleerd door een melker of met een methode waarmee vergelijkbare resultaten kunnen worden behaald. Afwijkende melk mag niet worden gebruikt voor menselijke consumptie. Naast koeien met afwijkende melk willen we echter ook koeien met (chronische) subklinische mastitis detecteren.
Elektrische geleidbaarheid
Wanneer door een ontsteking of een infectie de bloed-melkbarrière wordt beschadigd zal de concentratie van ionen in de melk veranderen. Na+ en Cl- stromen vanuit extracellulair vocht in de melk, terwijl K+ juist naar het extracellulair vocht gaat. Deze veranderingen zorgen voor een verhoogde elektrische geleidbaarheid van de melk. Er zijn echter ook andere factoren van invloed op de geleidbaarheid van de melk. Als het vetgehalte van de melk stijgt, daalt de geleidbaarheid. De geleidbaarheid stijgt ook wanneer de temperatuur van de melk stijgt, bij te lange melkintervallen en bij onvolledig uitmelken. Ook factoren zoals tochtigheid kunnen van invloed zijn. Omdat de geleidbaarheid door verschillende factoren beïnvloed wordt, is het vergelijken van geleidbaarheid van kwartieren binnen een koe of een combinatie van kwartiervergelijking en absolute waarden het meest betrouwbaar.
Voormelk heeft een hogere geleidbaarheid dan namelk. De geleidbaarheid van de eerste melkfractie heeft een betere diagnostische waarde voor het opsporen van mastitis dan mengmelk. In de melkrobot wordt de geleidbaarheid gedurende de gehele melking gemeten. Bij experimentele infecties is gebleken dat de geleidbaarheid stijgt na de stijging van het celgetal, maar voor de klinische verschijnselen optreden. Het lukt niet altijd om acute mastitis tijdig op te sporen met behulp van geleidbaarheid omdat de verschijnselen snel ontstaan en een koe pas tijdens het melken kan worden opgemerkt. Bovendien bezoekt een zieke koe de robot minder snel. Het meten van de elektrische geleidbaarheid kan worden verstoord door vlokken in de melk, of door een plotselinge daling in de melkgift. Het is lastig dat het niet altijd duidelijk is als een sensor niet meer goed meet. Veel, elkaar snel opvolgende mastitis indicaties in een kwartier kan daarvoor een aanwijzing zijn.
Het volledige artikel is verschenen in Tijdschrift voor Diergeneeskunde, november 2017