Autisme bij huisdieren; niks menselijks is een dier vreemd

Het ligt soms een beetje moeilijk, psychische problemen bij huisdieren. Mensen reageren lacherig, of ongelovig. Maar ze zijn er echt. Soms al jaren aangetoond en onderbouwd, soms nog maar net bewezen en in andere gevallen slechts als eerste vermoeden. Dat laatste geldt voor autisme: in oktober vorig jaar is het eerste internationale, wetenschappelijke artikel verschenen over autisme bij Bull Terriërs*. Claudia Vinke, Gedragsbioloog bij de Gedragskliniek voor Dieren van de faculteit Diergeneeskunde, vertelt meer hierover. 

"Diagnoses stellen, oneerbiedig gezegd etiketjes plakken op in dit geval bepaalde psychologische aandoeningen, is lastig. Waar liggen de grenzen tussen ‘normaal’ en ‘abnormaal’? Hoe weet je zeker dat alle deskundigen de criteria op gelijke wijze interpreteren? Heel legitieme vragen, die ook regelmatig gesteld worden bij diagnoses bij mensen. Die worden vaak gesteld op basis van vragenlijsten die mensen invullen, scorelijsten en overzichten van (gedrags-)kenmerken die gehouden worden naast geobserveerd gedrag. Maar hoe doe je dat dan bij dieren? Je kunt een hond of kat geen vragenlijst laten invullen of hem of haar vragen naar de stemming. Dat je het moeilijk kunt vaststellen, betekent alleen niet dat het er niet is.”

Het volledige artikel is te lezen.