Anna von der Heydt benoemd tot hoogleraar Paleoclimate Dynamics
Hoe het klimaat uit de oertijd klimaatmodellen verbetert
Pas zo’n anderhalve eeuw geleden zijn we begonnen met het meten van het klimaat, maar de aarde kent een veel langere geschiedenis van hittegolven, ijstijden en opwarming. Wat kunnen we daarvan leren voor de toekomst? Anna von der Heydt, net benoemd tot hoogleraar Paleoclimate Dynamics aan de Universiteit Utrecht, gebruikt klimaatmodellen om die vraag te onderzoeken. Informatie uit oude bodemlagen, fossielen en ijsboringen helpt haar om die modellen nauwkeuriger te maken en betere voorspellingen te doen.
“In het verleden waren er perioden die veel warmer waren dan nu,” zegt Anna von der Heydt. “Door te kijken wat er toen gebeurde, kunnen we leren wat er mogelijk op ons afkomt.” Als zulke warme periodes goed gesimuleerd kunnen worden met modellen, geeft dat het vertrouwen dat ze ook de toekomst op een realistische manier kunnen weergeven.
ʰdz’s
Dat klinkt makkelijker dan het in werkelijkheid is, want directe registraties van het klimaat bestaan pas sinds circa 1850. Alles daarvoor moeten wetenschappers afleiden uit zogeheten proxy’s: indirecte aanwijzingen over bijvoorbeeld temperatuur of CO₂-concentratie in een bepaalde periode, die voortkomen uit metingen van zuurstofisotopen in ijskernen, hele kleine fossiele schelpjes in sedimentlagen of de ligging van oude boomgrenzen.
Boorkernen en fossielen
Om te achterhalen hoe het klimaat er miljoenen jaren geleden uitzag, werkt Von der Heydt nauw samen met geowetenschappers. Die verzamelen sporen uit het verleden en brengen proxy’s in kaart, door bijvoorbeeld boorkernen van poolijs en fossielen te onderzoeken. “Zij leveren de data, ik probeer met modellen die klimaatsituaties te reconstrueren,” legt ze uit. De modellen vergelijkt ze vervolgens met de gegevens uit die natuurlijke archieven. “Zo kunnen we testen of de modellen een goede representatie zijn van de werkelijkheid, en daarmee ook of ze bruikbaar zijn om het toekomstige klimaat te voorspellen.”
Samenwerken met geowetenschappers is belangrijk. Zij leveren de data, ik probeer met modellen klimaatsituaties te reconstrueren
De samenwerking tussen disciplines is essentieel, maar niet altijd even makkelijk. “De reconstructie van een enkele boorkern kan jaren werk zijn, en die boorkern zegt vervolgens iets over één specifieke plek. Maar een klimaatmodel probeert de temperatuur wereldwijd in kaart te brengen. Je moet dus manieren vinden om die informatiebronnen met elkaar te verbinden.”
Kantelpunten
Een ander belangrijk onderdeel van haar werk is onderzoek naar terugkoppelingen en kantelpunten in het klimaatsysteem, mechanismen waarbij een kleine verandering grote gevolgen kan hebben. “Met een Vici-beurs heb ik een onderzoeksgroep opgezet die zich hierop richt,” vertelt ze. “Die kennis wil ik graag ook koppelen aan paleoklimaatonderzoek.”
In de collegezaal
Naast haar onderzoek geeft Von der Heydt les aan bachelor- en masterstudenten. Ze doceert onder andere stromingsleer, over hoe lucht- en zeestromen werken, aan studenten natuurkunde en geowetenschappen. “Dat interdisciplinaire karakter maakt het leuk, maar ook uitdagend,” zegt ze. “Niet iedereen begint met dezelfde voorkennis.” Ondanks dat hoopt ze dat ze bij haar studenten een fascinatie voor het klimaatonderzoek aanwakkert. “En dat ze zich blijven verwonderen over hoe het klimaatsysteem werkt. We hoeven natuurlijk niet allemaal hetzelfde te doen, maar een basisbegrip is belangrijk, zeker in deze tijd.”
Ik hoop dat studenten zich blijven verwonderen over hoe het klimaatsysteem werkt
Veel te winnen
De komende jaren wil Von der Heydt vooral werken aan betere verbindingen. Tussen data en klimaatmodellen natuurlijk, maar ook tussen verschillende vakgebieden én tussen wetenschap en samenleving. “We hebben nog veel te winnen door beter samen te werken en elkaars taal te leren spreken. Als dat lukt kunnen we het klimaatverhaal van de toekomst scherper vertellen.”
Complex verhaal
Het kan nog wel eens ingewikkeld zijn om naar buiten te treden met de resultaten van klimaatonderzoek. “Je moet enorm genuanceerd zijn als het gaat om klimaatverandering. Aan de ene kant wil je geen paniek zaaien, maar je wil de resultaten ook niet bagatelliseren,” vindt Von der Heydt. “We hebben als wetenschappers een verantwoordelijkheid om goed te communiceren over klimaatverandering, ook over de onzekerheden.” Volgens haar is het een uitdaging en een leerproces. “Hoe breng je een complex verhaal over risico’s en kantelpunten naar buiten, zonder het te veel te versimpelen of te dramatiseren? Dat moeten we echt leren.”
Eerste vrouwelijke hoogleraar
Met haar benoeming neemt Von der Heydt niet alleen wetenschappelijk, maar ook symbolisch een belangrijke plek in: ze is de eerste vrouwelijke hoogleraar binnen het IMAU. “Dat realiseerde ik me pas toen mensen het tegen me zeiden,” zegt ze nuchter. “Maar het is waar. En ik vind het belangrijk dat er aandacht is voor zichtbaarheid en diversiteit in de natuurwetenschappen.” In het verleden was ze al betrokken bij initiatieven als WomenNETPhysics, die zich inzetten voor een inclusiever academisch klimaat.