Welk grondrecht voert de boventoon?
Afgelopen week ontstond er ophef rondom de uitspraken van minister Arie Slob, volgens wie cartoons over de islam als onderwijsmateriaal onder vrijheid van meningsuiting zouden vallen en verklaringen dat ouders homoseksualiteit afwijzen op reformatorische scholen onder vrijheid van onderwijs. Wat te doen als grondrechten met elkaar lijken te botsen? Prof. dr. Rutger Claassen (Filosofie en Religiewetenschap) praatte erover mee in .
Kerk en staat
Binnen deze discussie lijken kerk en staat onlosmakelijk met elkaar verbonden te zijn. Nederland, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Frankrijk, hanteert geen sterke scheiding tussen de twee. "Wij hebben eerder een systeem dat verschillen van levensovertuiging in de eigen kring aanvaardt. Dat is een restant van de verzuiling," legt Claassen uit. "De vrijheid van onderwijs, waarbij niet de staat, maar de verschillende gemeenschappen zelf bepalen wat wordt onderwezen, is daar een belangrijk voorbeeld van."
Fundamenteel kader
Soms gaan opvattingen uit religieuze kringen echter in tegen de mening van de meerderheid in het publieke debat. "Als je dat dan als christelijke partij verdedigt en tegelijkertijd die gevoeligÂheden bij andere geloofsgemeenschappen niet genoeg erkent, dan dreigt het verwijt dat je met twee Âmaten meet," zegt Claassen. Daarom veranderde Slob uiteindelijk zijn standpunt. "Dit laat wel zien dat een meer fundamenteel kader nodig is, waarmee we bepalen welke afwijkende meningen uit religieuze kring wel verenigbaar zijn met de Grondwet en welke niet."