Vaccinatiegraad gezelschapsdieren reden tot zorg

Tijdschrift voor Diergeneeskunde

Rond nut en noodzaak van humane vaccinaties woedt een verhit publiek debat. Fanatieke ‘antivaxxers' gaan de strijd aan met experts over de vermeende kwalijke bijwerkingen. Hoe hierop het beste kan worden gereageerd is op zichzelf reden voor nader onderzoek. Anderen maken zich juist zorgen over de dalende vaccinatiegraad; je hebt immers niet alleen jezelf ermee als het misgaat. En dan blijkt de bereidheid tot vaccineren ook nog te verschillen per ziekte: voor meningokokken zijn de vaccins niet aan te slepen. Niets zo onvoorspelbaar als een mens! Ook over het vaccineren van gezelschapsdieren dringen kritische geluiden de spreekkamer binnen.

Een goede reden om het onderwerp eens aan een veterinaire blik te onderwerpen. De vaccinatiegraad is met 55 procent en 25 procent bij respectievelijk honden en katten licht dalend (hond) tot stabiel laag (kat). Universitair hoofddocent Herman Egberink van de faculteit Diergeneeskunde vindt dan ook dat de vaccinatiegraad omhoog zou moeten. “We gaan ervan uit dat de meeste jonge dieren de basisvaccinaties wel krijgen, maar als ze ouder worden neemt de bereidheid af.” Is dat erg? "Dat ligt genuanceerd", is het vriendelijke antwoord.

Het is verschenen in het Tijdschrift voor Diergeneeskunde in februari 2019.