De pest in de Oudheid: pandemieën in het verleden
Sinds de uitbraak van het coronavirus is een van de grote vragen: hoe moet het straks verder? We kunnen onze toekomstvoorspellingen baseren op vergelijkbare situaties in het verleden. Maar wat waren precies de gevolgen van eerdere pandemieën? Prof. dr. Leonard Rutgers (Geschiedenis en Kunstgeschiedenis) werd in het geïnterviewd over de gevolgen van pestuitbraken in de Oudheid.
De Pest van Athene
De eerste redelijk betrouwbaar gedocumenteerde epidemie is de Pest van Athene, die tussen 430 en 426 voor Christus woedde. "Bij de historicus Thucydides lezen we dat de plaag grote maatschappelijke gevolgen had," vertelt Rutgers. Deze epidemie kostte niet alleen een kwart van de Atheners (waaronder de Atheense leider Perikles) het leven, maar stak ook nog eens de kop op toen Athene net in de welbekende Peloponnesische Oorlog met Sparta verwikkeld was.
De Pest van Justinianus
Ook het Romeinse Rijk werd geplaagd door de pest. Van de eerste uitbraak (tussen 165 en 180 na Christus) leek het gebied zich relatief snel te herstellen, maar vanaf 541 na Christus had een tweede uitbraak, de Pest van Justinianus grotere gevolgen: "De maatschappelijke ontwrichting was enorm: markten gingen dicht, het paleis liep leeg, het leger wankelde". Toch krabbelde volgens Rutgers het rijk ook deze keer weer vrij snel op: "Ook van grote, structurele sociale veranderingen lijkt geen sprake. De Romeinen bleven traditioneel, ook na zo’n crisis".