Peter Luijten: de nieuwe vice-dean Life Sciences
Het draait allemaal om mensen. Bij deze uitspraak fonkelen de ogen van Peter Luijten, de nieuwe vice-dean voor het strategisch thema Life Sciences. Het raakt de kern waar hij zich in deze nieuwe rol voor zal gaat inzetten: het verbinden van mensen op de inhoud. 鈥淚n Utrecht zijn alle smaken van Life Sciences onderzoek te vinden op de vierkante kilometer. Daarmee is nog niet gezegd dat men zich makkelijk weet te binden鈥, vat Luijten samen. Daarin liggen zowel de kracht als de uitdaging van het strategisch thema. 鈥淓r zijn ontzettend veel mogelijkheden en invalshoeken in Utrecht. Als partijen samen optrekken ontstaat een sterk Utrechts verhaal, maar verwatering ligt ook op de loer鈥, voegt hij toe. Een lange carri猫re als bruggenbouwer in de Life Sciences komt hem goed van pas bij deze nieuwe uitdaging.
鈥淚k hou niet van organisaties waar iedereen zijn leidinggevende altijd om toestemming vraagt鈥, begint Luijten. 鈥淛uist door bewegingsruimte te geven aan onderzoekers van allerlei pluimage ontstaan de mooiste dingen. Dat moet je wel goed faciliteren鈥, voegt hij toe. 鈥淣eem de moeite om naar de inhoud te kijken en laat mensen zo veel mogelijk met elkaar in gesprek gaan. Zo ontdek je meerwaarde. Het is een beetje een dogma, maar veel echte innovaties vind je op grensvlakken van onderzoeksgebieden鈥, zegt hij tot slot. 鈥淒at gaat echter niet vanzelf, daar moet je aan werken.鈥
Aanscherpen van het Utrechtse verhaal
Een overkoepelend verhaal over de sterktes van de Utrechtse Life Sciences, daarmee gaat Luijten het eerst aan de slag. 鈥淗et strategisch thema heeft al wat mooie verhalen opgeleverd, die moeten we nu gaan vertellen zodat niemand zich meer hoeft af te vragen: Waar staan ze eigenlijk voor?鈥, zegt hij hierover. Ervaringen aan de andere kant van de tafel helpen Luijten om scherp te krijgen waar het Utrechtse verhaal sterker kan. 鈥淚k zie bijvoorbeeld bij de NWO landelijk veel mooie voorstellen binnenkomen voor grootschalige infrastructuur, waaronder ook uit Utrecht. Als die voorstellen versnipperd zijn, boeten ze in aan kracht鈥. Als wetenschappelijk directeur voor het strategisch thema was dit al een aandachtspunt voor Luijten, als vice-dean kan hij er eindelijk zijn tanden 茅cht in zetten.
Onze onderzoekers hebben heel veel aanzien, maar vaak niet in de context: dit is waar Utrecht heel erg goed in is
Demonstreren waar we goed in zijn is nodig als we echt ons gezicht willen laten zien, bijvoorbeeld op het gebied van grootschalige infrastructuur.
Om gezamenlijk iets van de grond te krijgen, is het belangrijk dat iedereen zich ook onderdeel voelt van het grotere geheel. Luijten noemt de hooglerarenbenoemingen als voorbeeld. 鈥淒ie zijn nu nog volledig langs de lijnen van de drie faculteiten georganiseerd. Een hooglerarenplan vanuit het strategisch thema zou het grotere plaatje belichten鈥. De programmaraad van het strategisch thema zou daarin 茅cht een verschil kunnen maken. 鈥淒eelbenoemingen zijn daar bijvoorbeeld een aspect van, ook om de interdisciplinariteit te bevorderen鈥, gaat Luijten verder. 鈥淚k neem wat dat betreft wel wat bagage mee vanuit het UMC Utrecht. Uit een organisatie die was georganiseerd in divisies ontstond daar een matrix met speerpunten die nu een belangrijke rol spelen in het leerstoelenbeleid.鈥 Dit was een proces van jaren, maar bij het UMC Utrecht plukken ze er nu we vruchten van. 鈥淗et overstijgende belang van onderzoeksrichtingen verduidelijken helpt enorm bij het richting geven aan inspanningen.鈥 Er is langzaam een denkwijze gegroeid waarbij onderzoekers zich meer identificeren met onderwerpen en minder met hun eigen groep. Bestaande structuren loslaten en tegelijkertijd het inhoudelijk verhaal aanscherpen, het is een uitdaging die goed past bij Peter Luijten.
Voorgeschiedenis
In 1984 promoveerde Luijten in Amsterdam als chemisch fysicus op het gebied van Nuclear Magnetic Resonance, precies in de tijd dat de eerste MRI apparaten in Nederland bij Philips in gebruik werden genomen. Als expert op dat gebied kon hij er direct aan de slag als ontwikkelaar. 鈥淗oewel dat tegenwoordig geen bijzondere keuze is, was het destijds not-done om als onderzoeker bij een bedrijf te gaan werken, op een productieafdeling nota bene鈥, lacht Luijten. 鈥淢ijn Amsterdamse studiegenoten stuurden me met pek en veren de stad uit.鈥 De vrijheid die hij bij Philips kreeg om expertise te ontwikkelen was voor hem een eyeopener. 鈥滽ort gezegd was de boodschap: Jij bent de expert, dus bepaal zelf je koers. Ik kreeg al snel de verantwoordelijkheid over een klein team zelfstandige medewerkers uit verschillende vakgebieden om de samenwerking met academische instellingen te bewerkstelligen鈥. Samenwerkingen smeden vanuit een vrije opdracht past goed bij Luijten, die onder meer vijf jaar in de Verenigde Staten woonde. 鈥淚k zocht daar de verbinding met academische ziekenhuizen op het gebied van imaging. Daar ontstonden vaak interessante wetenschappelijke discussies, waarbij ik ook de bedrijfskundige belangen niet uit het oog moest verliezen.鈥 Gekscherend noemt Luijten zichzelf in die tijd 鈥榚en soort veredelde verkoper鈥, maar hij zegt ook: 鈥淛e verkocht iets op basis van de inhoud, met een duidelijk maatschappelijk belang. Ik heb daar veel van geleerd, in de keukens van veel grote academische huizen kunnen kijken en heb samenwerkingen gesmeed die tot de dag van vandaag doorwerken.鈥
Wetenschappers zijn een verzameling van supereigenzinnige mensen, daarvoor moet je een kompas hebben
Weer terug in Nederland kreeg Luijten bij het UMC Utrecht een eigen onderzoeksgroep met een focus op MRI bij zeer hoge magneetsterktes: de 鈥7 Tesla鈥 groep. 鈥淩ond 2006 werd er door de overheid enorm ge茂nvesteerd in onderzoek, een beetje zoals je nu ook weer ziet met het groeifonds. Specifiek voor Life Sciences ging dit om geneesmiddelenontwikkeling, regeneratieve geneeskunde en het Center for Translational Molecular Medicine (CTMM). Naast zijn groepsleiderschap in het UMC Utrecht werd Luijten wetenschappelijk directeur voor het CTMM. 鈥淢et name in die activiteit zit veel gelijkenis met het strategisch thema, ik heb dat altijd heel leuk gevonden: iets vinden in onderzoeksgroepen wat ze in gezamenlijkheid sterker maakt.鈥
Samen voor maatschappelijk belang
Steeds meer kennisinstellingen kiezen voor samenwerken op convergerende wetenschapsgebieden en kiezen voor allianties op de inhoud. 鈥淏ij ons zit alles naast elkaar, dus wij krijgen samenwerking praktisch op een presenteerblaadje鈥 zegt Luijten. 鈥淢aar waar we scherp op moeten zijn is dat we niet de verbinding moet zoeken vanwege de verbinding, het moet wel ergens toe leiden.鈥 Luijten ziet tegelijkertijd een schijntegenstelling tussen gebonden en ongebonden onderzoek. 鈥淚n de Life Sciences is onderzoek altijd op 茅茅n of andere manier maatschappelijk ge茂nspireerd. Zelfs heel fundamenteel onderzoek leidt tot inzicht en heeft intrinsieke waarde.鈥 Dat bij het verstrekken van subsidie wordt gekeken naar toepasbaarheid is voor Luijten niet vreemd maar hij ziet soms ook uitwassen. 鈥淭oepasbaarheid is soms niet heel concreet te omschrijven. Door er expliciet naar te vragen als subsidieverstrekker lok je soms een onzinnig standpunt uit, zeker bij jongere mensen: die moet je wel de ruimte geven.鈥 Zoals hij zelf ook ooit de ruimte kreeg bij Philips en daardoor geen druk voelde door opgelegde randvoorwaarden, zo pleit hij nu voor bewegingsvrijheid voor onderzoekers. 鈥淒ie spirit tref je nu in veel kleine bedrijven en startups. Het idee dat we op die manier de publiek-private samenwerking tot stand kunt brengen spreekt me enorm aan鈥. Een soortgelijk spanningsveld is internationalisering: 鈥淯it spontane samenwerking komen de mooiste dingen, maar het versterken en verbreden van bestaande structuren geeft een samenwerking meer slagkracht.鈥 Samenwerken is daarbij het sleutelvoord.
Succes is als we 茅cht het verschil kunnen maken
Betekenisvol onderzoek is voor Luijten erg belangrijk. 鈥淒at betekent dat je kritisch kijkt naar je bevindingen en ze niet ophemelt puur om ze te valideren鈥, zegt hij. 鈥淒at doen we tegenwoordig al een stuk beter. Neem bijvoorbeeld de steeds grotere verbinding met epidemiologisch onderzoek, waardoor evidence-based medicine nu de praktijk is.鈥 Onderzoek heeft waarde buiten de muren van de academie. Bedrijven brengen academische ontwikkelingen bij de pati毛nt. 鈥淒aar over moet je zakelijke afspraken maken鈥, beaamt Luijten.
Ik geloof niet in het model waarbij de universiteit iets over de muur gooit naar het bedrijfsleven, ik zie liever die muur verdwijnen.
In Luijtens huidige onderzoeksgroep vervagen de grenzen van instellingen regelmatig. Onderzoekers van het ziekenhuis en verschillende bedrijven staan zij aan zij in het laboratorium. 鈥淚k geloof in 鈥榤eten is weten鈥, maar succes meet ik toch bij voorkeur af aan verhalen. Neem bijvoorbeeld het domein Regenerative Medicine: dat staat in Utrecht echt heel goed op de kaart, hetzelfde geldt voor One Health. Dat komt niet alleen door het strategisch thema maar uiteindelijk door de mensen zelf. Mensen kunnen doen wat ze willen doen als de kaders goed liggen, dat vind ik een succesverhaal.鈥 De eerste stappen zijn gezet, we kunnen het breder doortrekken en uiteindelijk aantonen dat onderzoek impact heeft gemaakt, dat je oplossingen hebt gevonden die er toe doen. Dat er mensen buiten het Science Park profijt bij hebben. 鈥淎ls je dat kunt uitleggen in wat goede verhalen, dan ben ik tevreden.鈥 Wellicht komt het door het jaar wetenschapsjournalistiek dat Luijten na zijn promotie deed, maar over het ophalen en doorvertellen van verhalen is hij enthousiast: 鈥淓en goed verhaal zegt meer dan duizend succesparameters.鈥

Blik op de toekomst
De komende maanden verzorgt Luijten een warme overdracht van zijn verantwoordelijkheden als divisievoorzitter bij het UMC Utrecht. Hij zal zich geleidelijk meer gaan focussen op zijn taken als vice-dean Life Sciences. 鈥淚k zie ernaar uit om te bouwen aan een toekomst waar niet alleen de drie faculteiten veel meer met elkaar samenwerken, maar waar aansluiting met Prinses M谩xima Centrum, het Hubrecht Instituut en bedrijvigheid op de campus veel meer wordt gevonden.鈥 Als het aan Luijten ligt, zien we de Utrechtse Life Sciences als 茅茅n groot bolwerk. 鈥淎ls ik kijk naar instituten in de VS, zie ik daar integratie door alle vakgebieden, van de kliniek naar de basic sciences, dan kunnen wij nog stappen zetten.鈥 Hij benoemt als voorbeeld de afstand tussen de drie faculteiten, de medische faculteit in het bijzonder. 鈥淒ie wordt soms vereenzelvigd met het ziekenhuis, dat zie ik liever eenvoudiger: als je over Life Sciences praat moet je zeggen 鈥榓lle ballen op Utrecht鈥.鈥 Als het om de inhoud gaat, hoeft het niet uit te maken bij welke organisatiestructuur iemand hoort. 鈥淚n samenwerkingsprojecten tussen UMC Utrecht en Prinses M谩xima Centrum werkt iedereen aan hetzelfde onderwerp, dan maakt het niet uit wie de werkgever is. Dat campusgevoel, die Utrechtse gemeenschap, dat wil ik er graag in brengen.鈥 En verder? 鈥淚k maak mijn hele leven al muziek en hoop dat nog lang te kunnen doen. De komende jaren hoop ik muziek te brengen in de Utrechtse Life Sciences.鈥
Footnote
Would you like your own story to get noticed? Let us know at utrechtlifesciences@uu.nl and maybe we'll interview you next!