ľ¹Ï¸£ÀûÓ°ÊÓ

Bij uitbraken van ziektes zoals COVID-19, mazelen, kinkhoest en griep is contactopsporing (CO) belangrijk om verdere verspreiding te voorkomen. Tijdens CO kijkt de gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD) met wie een geïnfecteerd persoon contact heeft gehad, zodat deze mensen tijdig informatie krijgen over hun risico en over welke maatregelen zij moeten nemen.

In de praktijk is het niet altijd makkelijk om CO snel en volledig uit te voeren, vooral bij grotere uitbraken. Dit komt omdat CO een ingewikkeld, tijdrovend en arbeidsintensief proces kan zijn. Hierdoor kan verspreiding soms niet goed voorkomen worden. Een oplossing hiervoor kan zijn om geïnfecteerde personen en hun contacten actiever te betrekken bij CO. Zij kunnen bijvoorbeeld zelf een overzicht maken van hun contacten, of zelf contacten informeren. Deze aanpak heet ‘zelfgestuurde contactopsporing’ (zelf-CO).

Wij onderzochten wat GGD-medewerkers (zoals artsen en verpleegkundigen) en burgers in Nederland van zelf-CO vinden. We onderzochten waarom zij hier wel of niet aan mee willen werken en wat zij nodig hebben om ermee aan de slag te gaan. Uit ons onderzoek blijkt dat de meeste GGD-medewerkers en burgers positief over zelf-CO denken. Ze denken bijvoorbeeld dat het proces sneller en efficiënter kan gaan door zelf-CO. Wel hangt hun mening sterk af van de situatie waarin CO wordt uitgevoerd. Zo is het belangrijk dat privacy goed wordt beschermd en dat er ondersteuning is bij ingewikkelde situaties.

Op basis van onze resultaten adviseren we een flexibele aanpak. Sommige mensen kunnen en willen zelf-CO doen. Andere mensen, zoals geïnfecteerde personen met veel of kwetsbare contacten, hebben meer ondersteuning nodig van de GGD. Een goede balans tussen digitale ondersteuning en persoonlijke begeleiding is daarbij belangrijk.