ľ�ϸ���Ӱ��

Promovenda Tessel Boerma onderzocht de talige en cognitieve ontwikkeling van 5- tot 8-jarige eentalige en meertalige kinderen met en zonder een taalontwikkelingsstoornis (TOS). 

Door de toenemende linguïstische diversiteit in veel landen in de wereld groeit de groep meertalige kinderen hard. In haar proefschrift concludeert de Utrechtse promovenda dat drie recent ontwikkelde instrumenten de potentie hebben om een betrouwbare diagnose van een TOS bij een meertalig kind te ondersteunen. Boerma: “Bovendien zijn we meer te weten gekomen over de sterke en zwakke punten van meertalige kinderen met een TOS. Een sterk punt bij deze kinderen is het werkgeheugen, een zwak punt is de woordenschat.”

Naast deze klinische implicaties, hebben haar onderzoeksresultaten ook belangrijke theoretische implicaties. De gedeeltelijke overlap tussen de taalprofielen van meertalige kinderen en kinderen met een TOS suggereert dat de taalproblemen van kinderen met een TOS voortkomen uit een minder goed vermogen om taalaanbod te verwerken. Zoals dit proefschrift heeft kunnen bouwen op eerder onderzoek, hoopt Boerma dat haar bevindingen een stimulans zullen zijn voor nieuw werk op het kruispunt van TOS en meertaligheid.