ľ�ϸ���Ӱ��

Botten zijn opmerkelijke weefsels die zichzelf kunnen herstellen, maar bij ernstig letsel, ziekte of na een operatie is dit natuurlijke herstelvermogen vaak niet voldoende. Chirurgen gebruiken in zulke gevallen meestal bottransplantaten om het herstel te ondersteunen, waarbij het eigen bot van de patiënt (autotransplantaat) als de beste optie geldt. Dit kent echter beperkingen, zoals de beperkte beschikbaarheid en de noodzaak van extra operaties, waardoor er behoefte is aan betere alternatieven. Traditioneel zijn nieuwe botmaterialen ontworpen om de structuur van echt bot na te bootsen, maar recent onderzoek toont aan dat het immuunsysteem minstens zo belangrijk is voor een succesvol herstel.

Dit proefschrift onderzoekt hoe het immuunsysteem kan worden gestuurd om botregeneratie te bevorderen met behulp van microbiële componenten. Ons immuunsysteem herkent microben via specifieke patronen, zogeheten PAMP’s (pathogen-associated molecular patterns). Door veilig gebruik te maken van niet-levensvatbare microben of synthetische varianten van deze patronen, kan mogelijk een gecontroleerde immuunreactie worden opgewekt die botherstel stimuleert. Hiervoor zijn verschillende microbiële componenten gecombineerd met calciumfosfaat, een veelgebruikt botvervangend materiaal, en getest in celkweken en diermodellen.

De resultaten laten zien dat bepaalde componenten, zoals BCG en CpG ODN C, de groei van botcellen bevorderen, terwijl andere, zoals Poly(I:C) en LPS, dit juist remmen. Belangrijk is ook dat het onderzoek aantoont dat immuun“geheugen” invloed heeft op botherstel: eerdere blootstellingen kunnen bepalen hoe een patiënt reageert op implantaten. Deze bevindingen benadrukken de mogelijkheid om het immuunsysteem niet als obstakel, maar als bondgenoot te benutten bij de ontwikkeling van effectievere en meer gepersonaliseerde bottransplantaten.