Promotie Heleen Louwerse: Het werk van bakkersvrouwen in de twintigste eeuw

tot
Bakkersbedrijf G.A. Versluis te Kamerik, circa 1920. Op de foto staat Anna Versluis, de bakkersvrouw, en haar man de bakker Leendert Louwerse. Bron: Familiearchief Louwerse
Bakkersbedrijf G.A. Versluis te Kamerik, circa 1920. Op de foto staat Anna Versluis, de bakkersvrouw, en haar man de bakker Leendert Louwerse. Bron: Familiearchief Louwerse

Op dinsdag 28 oktober verdedigt haar proefschrift ‘Het werk van bakkersvrouwen in de twintigste eeuw’. In haar onderzoek beschrijft Louwerse het werk van bakkersvrouwen in de twintigste eeuw en analyseert ze wat deze vrouwen betekenen voor het bakkersbedrijf, waar ze samen met hun echtgenoten werkten.

De werkzaamheden van bakkersvrouwen

Er zijn weinig schriftelijke bronnen beschikbaar over het werk van bakkersvrouwen. Daarom heeft Louwerse interviews en een schriftelijke enquête afgenomen onder bakkersvrouwen gevestigd buiten de grote steden. Ze gebruikte zowel de getuigenissen van bakkersvrouwen als informatie over ontwikkelingen in de bakkerijbranche om het belang van hun werk te begrijpen.

Bakkersvrouwen werkten in drie domeinen: broodproductie, broodverkoop en bedrijfsvoering. Ze hielpen mee met de broodproductie tot de moderniseringen in het broodbakken. Ook hielpen ze met de bedrijfsvoering door afspraken te maken met de leveranciers en financiën bij te houden. Toen de overheid het bakkersbedrijf steeds meer administratieve lasten oplegde, namen zij ook deze taken op zich, aangezien ze al de administratie voor de broodbezorging deden.

Een spilfunctie in het bakkersbedrijf

Na 1960 verdween de broodbezorging geleidelijk en werd de winkel het belangrijkste verkoopkanaal. Bakkersvrouwen kregen daarmee een belangrijke rol in de verkoopwerkzaamheden, vaak in combinatie met het ondernemerschap. Hoewel de vrouwen hun rol onderschatten, waren ze vaak mede-eigenaar en mede-ondernemer van het bedrijf.

Uit het onderzoek van Louwerse blijkt dat bakkersvrouwen in de hele twintigste eeuw een spilfunctie vervulden in het bakkersbedrijf. Kleine en middelgrote bakkerijen konden alleen rendabel zijn dankzij hun werk. Louwerse toont ook aan dat bakkersvrouwen enerzijds trots waren op hun aandeel in het functioneren van de bedrijven, maar anderzijds hun rol ook bagatelliseerden. Hun bijdrage was even belangrijk als die van de bakkers, al maakten de vrouwen tijdens de interviews hun rol kleiner.

Begindatum en -tijd
Einddatum en -tijd
Locatie
Promovendus
H. Louwerse
Proefschrift
Het werk van bakkersvrouwen in de twintigste eeuw
Promotor(es)
Prof. dr. A.F. Heerma van Voss
Prof. dr. M.L.J.C. Schrover