ľ¹Ï¸£ÀûÓ°ÊÓ

Op maandag 15 september verdedigt Hanke Drop haar proefschrift 'Playing in a Jazz Quartet or Marching in a Brass Band? Exploring Practices of Teacher Artistry'. Hierin onderzoekt ze hoe leraren leerlingen en studenten kunnen uitnodigen om in deze wereld te zijn, zich in te leven, te improviseren en experimenteren, zich uit te drukken en samen te werken.

Het onuitspreekbare voorstelbaar maken

Het ontbreekt ons vaak aan taal om betekenisvol te spreken of te schrijven over ervaringen van mensen, schrijft Drop. Zeker wanneer het om ontwrichtende gebeurtenissen gaat, zoals moeten vluchten, geweld, armoede, eenzaamheid. In haar proefschrift stelt ze dat de kunsten het onzichtbare en onuitspreekbare zichtbaar en voorstelbaar kunnen maken. Door een foto, beweging, verhaal, film of gedicht, is het mogelijk om ervaringen van anderen (deels) na te voelen.

Voor het onderwijs is dit van belang, geeft Drop aan, omdat het welzijn van veel leerlingen en studenten onder druk staat door ontwrichtende gebeurtenissen in hun leven en de wereld. Voor deze ervaringen, en de gevoelens die ermee gepaard gaan, is weinig ruimte in onderwijs als de nadruk enkel op cognitie ligt (alsof jongeren ‘wandelende hoofden’ zijn). Bovendien, stelt Drop, hebben leerlingen, studenten én leraren ook lichamen waarmee ze ervaren, leren, voelen en zich uitdrukken.

Volgens Drop gaat onderwijs niet alleen om het ontwikkelen van kennis en (sociale) vaardigheden, maar juist ook om persoonsvorming en gemeenschapsvorming. Dankzij de kunsten, die altijd wereldgericht zijn en het lichaam betrekken, kunnen leraren een pedagogische ruimte bieden voor ‘iets samen maken’ van ervaringen, zoals een rap, beeld of essay. Van leraren vraagt dit om teacher artistry, betoogt Drop.

Voorafgaand aan haar verdediging houdt Drop vanaf 16.00 uur een lekenpraatje.