ľ¹Ï¸£ÀûÓ°ÊÓ

Hoewel pijn na een operatie meestal tijdelijk is en afneemt naarmate het lichaam herstelt, ontwikkelt een aanzienlijk deel van de patiënten chronische postoperatieve pijn (CPOP). CPOP vertraagt het herstel, vermindert de kwaliteit van leven en draagt bij aan het overmatig gebruik van sterke opioïde pijnstillers. Zeker met de toenemende zorgvraag door de stijgende levensverwachting en de vergrijzing, is het belangrijk te begrijpen hoe postoperatieve pijn chronisch kan worden.

Dit proefschrift onderzoekt de ontwikkeling van CPOP door strategieën voor vroegtijdige identificatie van risicopatiënten te evalueren en onderliggende sensorische en immunologische mechanismen te onderzoeken. De ontwikkeling van een waarschuwingsmodel leerde dat hoog-risico patiënten twee weken na de operatie kunnen worden herkend door middel van vier kenmerken: hevige pijn, een pijnlijk koude gevoel, preoperatief gebruik van opioïden en een operatie waarbij botweefsel betrokken is. De sterke voorspellende waarde van een pijnlijke koude gevoel wijst mogelijk op veranderingen in de pijnverwerking door het zenuwstelsel dat wellicht wordt versterkt door de immuunreactie op weefselschade.

De SCIP-Pain studie onderzoekt deze processen met behulp van vragenlijsten, gevoeligheidstesten (QST) en bloedonderzoek bij patiënten die een beenoperatie ondergaan. De eerste resultaten tonen aan het pijnlijk koude gevoel dat patiënten beschrijven niet gepaard gaat met veranderingen in de gevoeligheid voor warmte en koude tijdens QST. Bovendien zijn er aanwijzingen dat de QST voor onderzoek in deze patiënten vereenvoudigd kan worden. 
Voorlopige bloedonderzoekresultaten wijzen erop dat patiënten die CPOP ontwikkelen twee tot vier weken na de operatie minder witte bloedcellen hebben die in verband worden gebracht met ontstekingsremming en weefselschadeherstel. 
Samengevat suggereren de resultaten in dit proefschrift het bestaan van een kritieke periode van twee tot vier weken na de operatie waarin chronische pijnmechanismen tot uiting komen. Dit biedt mogelijkheden voor vroegtijdige opsporing en behandeling om te voorkomen dat postoperatieve pijn ontaard in CPOP.