Promotie: Dynamiek van de totale heupprothese

Promotie van Joost Hendrik Jan van Erp

tot

Dit onderzoek gaat over hoe je wervelkolom, bekken en heup samenwerken en wat dit betekent voor heupproblemen en kunstheupen. Hoofdstuk 1 legt uit hoe aandoeningen zoals artrose en femoroacetabulaire impingement (FAI) ontstaan en hoe nieuwe 3D-technieken helpen bij het analyseren van instabiele heupprotheses.

In Hoofdstuk 2 wordt gekeken naar de kanteling van het bekken en hoe dit rug-, heup- en knieklachten kan veroorzaken. Een grotere kanteling kan leiden tot knieartrose en rugproblemen, terwijl een kleinere kanteling vaker in verband wordt gebracht met heupartrose. Hoofdstuk 3 laat zien dat FAI vaak voorkomt bij mensen met heup- of knieklachten, en dat een lage bekkenkanteling mogelijk een risicofactor is.

Hoofdstuk 4 onderzoekt de vorm van de heupkom, die vooral bij vrouwen sterk varieert, en waarom dit belangrijk is voor het plaatsen van een heupprothese. Hoofdstuk 5 laat zien dat de kans op een heupluxatie (uit de kom schieten van de prothese) is gedaald naar 1,7%, maar niet verder afneemt. Hoofdstukken 6 en 7 kijken naar de invloed van de plaatsing van een prothese en introduceren een nieuwe meetmethode. Hoofdstuk 8 bevestigt dat een bepaalde implantaatpositie en een hogere bekkenkanteling het risico op luxatie vergroten.

Hoofdstukken 9 en 10 onderzoeken een nieuw type kunststof (polyethyleen met vitamine E) voor heupprotheses, dat minder snel slijt. Hoofdstuk 11 vergelijkt twee operatietechnieken en hun invloed op botgroei. Tot slot benadrukt Hoofdstuk 12 dat meer onderzoek nodig is naar de beste protheseplaatsing en gepersonaliseerde operaties om kunstheupen langer mee te laten gaan.

Begindatum en -tijd
Einddatum en -tijd
Locatie
Promovendus
Joost Hendrik Jan van Erp
Proefschrift
Dynamiek van de totale heupprothese
Promotor(es)
prof. dr. R.M. Castelein
prof. dr. ir. H.H. Weinans
Co-promotor(es)
dr. T.P.C. Schlösser
dr. A. de Gast