Promotie: Difficult-to-treat rheumatoid arthritis
Samenvatting
De afgelopen jaren is de behandeling van reumatoïde artritis (RA) fors verbeterd. Helaas blijft er een substantieel deel van de RA-patiënten die klachten houdt ondanks dat zij worden behandeld met diverse nieuwere ‘disease-modifying antirheumatic drugs’ volgens de huidige behandelrichtlijn van de Europese reumatologievereniging (EULAR). Deze patiënten beschouwen we als ‘moeilijk te behandelen’.
In dit proefschrift is het concept moeilijk te behandelen RA formeel vastgesteld met de EULAR-definitie. Moeilijk te behandelen RA moet worden beschouwd als een heterogeen ziektebeeld waarbij er één of meerdere factoren kunnen bijdragen aan het blijven bestaan van klachten. Deze heterogeniteit moet worden onderkend in de dagelijkse praktijk en vraagt om een holistische benadering.
Ondanks het gebrek aan onderzoek (zeker van hoge kwaliteit) wordt de behandeling van deze patiëntengroep binnenkort ondersteund door de EULAR-behandeladviezen die gebaseerd zijn op consensus van internationale experts. Als eerste stap in de behandeling is het van belang om vast te stellen dat RA nog steeds de juiste diagnose is. Om te ontdekken waar de huidige klachten van de patiënt vandaan komen moet gekeken worden of er actieve ontstekingen zijn en moet gekeken worden naar andere factoren die mogelijk bijdragen aan het ziektebeeld. Afhankelijk van de bevindingen moeten zowel medicamenteuze als niet-medicamenteuze behandelingen worden overwogen, toegespitst op de individuele patiënt.
De ziektelast voor een patiënt met moeilijk te behandelen RA is hoog, maar ook de belasting voor de reumatoloog en de kosten gerelateerd aan dit ziektebeeld zijn hoog. Dit vraagt om een snelle implementatie van bovenstaande aanbevelingen in de dagelijkse praktijk, zodat de ziektelast kan worden verminderd.
- Begindatum en -tijd
- Einddatum en -tijd
- Locatie
- Promovendus
- N.M.T. Roodenrijs MSc
- Proefschrift
- Difficult-to-treat rheumatoid arthritis
- Promotor(es)
- prof. dr. J.M. van Laar
- prof. dr. F.P.J.G. Lafeber
- Co-promotor(es)
- dr. M.C. van der Goes
- dr. P.M.J. Welsing