ľ¹Ï¸£ÀûÓ°ÊÓ

Samenvatting

De afgelopen 40 jaar is er veel veranderd in Nederland op het gebied van gezondheidszorg. We zijn er beter in geworden om op een acuut moment hart- en vaatziekten te behandelen, en we zijn ons er meer van bewust dat door op onze gezondheid te letten, ziekten voorkomen kunnen worden. En dit is niet zonder effect geweest! Waar in 1980 140 Nederlanders per dag overleed aan een hart- of vaatziekte, is dit nu gedaald tot 100 Nederlanders per dag. Ook al is er veel verbeterd, nog steeds zijn hart- en vaatziekten doodsoorzaak nummer 2 in Nederland. In het proefschrift getiteld ‘Opsporing van cardiovasculaire ziekten en cardiovasculaire risicofactoren in een veranderende wereld’ word onderzoek gepresenteerd naar het opsporen van hart- en vaatziekten, met als doel om te voorkomen dat een hart- en vaatziekte ontstaat of erger wordt. Hart- en vaatziekten worden grotendeels voorkomen wanneer de risicofactoren, zoals hoge bloeddruk of hoog cholesterol, op tijd worden opgespoord en behandeld. Wat bij een opsporings- of screeningsprogramma belangrijk is, is dat die mensen worden gemeten die daadwerkelijk kans hebben om de ziekte te hebben. Om een opsporingsprogramma wat efficiënter of effectiever te maken kan je bijvoorbeeld van tevoren welke groep mensen een grote kans hebben op de ziekte en dan alleen die groep meten. Bijvoorbeeld mensen die al hart- en vaatziekten hebben gehad, hebben een grotere kans op het krijgen van een verwijding van hun grote buikslagader. Wanneer deze mensen worden gescreend vind je naar verhouding meer verwijdingen, dan wanneer je geen selectie van tevoren maakt. In het geval van een opsporingsprogramma naar een verhoogd hart- en vaatziekten risico, blijkt dat meer dan driekwart van de mannen ouder dan 40 en vrouwen ouder dan 50, al eens in de vijf jaar een bloeddruk en cholesterol meting krijgen bij de huisarts. Door deze informatie te gebruiken, wordt de groep mensen die je zou willen meten al een stuk kleiner. Daarnaast is bekend vanuit eerder onderzoek dat juist de mensen die een verhoogd hart- vaatrisico hebben, niet komen als je ze uitnodigt voor screening. Een alternatief van deze zogenaamde systematische screeningsmethode is om te gaan meten op een plek waar mensen met een mogelijk verhoogd risico uit zichzelf al komen. Dit wordt opportunistische screening genoemd. Een voorbeeld hiervan kan de huisartspraktijk zijn. We weten dat 75% van de inwoners van Nederland in ieder geval 1x per jaar bij de huisarts komt. In een periode van 5 jaar zal dit bijna iedereen zijn. Dit zou dus mogelijk een goede plek kunnen zijn om een meting aan te bieden. Om evaluatie van opportunistische screening en identificatie en prioritering van mensen mogelijk te maken is het nodig om te investeren in het compleet maken, standaardiseren en accuraat registreren van informatie in elektroniche patiëntendossiers in de huisartsenpraktijk.