Promotie: Countering economic cyber espionage and the right to privacy
Inlichtingen- en veiligheidsdiensten zijn steeds meer betrokken bij de aanpak van de dreiging die uitgaat van door staten gesponsorde economische cyberspionage, maar de omvang van hun acties en de waarborgen voor privacy en gegevensbescherming blijven onderbelicht. Een van de meest controversiële onderzoeksbevoegdheden is het in bulk onderscheppen van gegevens die via glasvezelkabels worden getransporteerd. Het proefschrift van Sophie Harleman onderzoekt het gebruik van dit soort bevoegdheden door inlichtingen- en veiligheidsdiensten, en welke minimumeisen hieraan kunnen worden gesteld.
De mate waarin inlichtingen- en veiligheidsdiensten zich bezighouden met het tegengaan van economische cyberspionage door statelijke actoren, en het kader van waarborgen dat hun optreden reguleert, is tot nu toe onderbelicht gebleven. De bevoegdheden waarover deze diensten beschikken, leiden vaak tot het verzamelen en verwerken van bulkdata. Hoewel dergelijke bevoegdheden als essentieel worden beschouwd voor het onderkennen van dreigingen voor de nationale veiligheid, brengen ze tegelijkertijd een aanzienlijke inbreuk op het recht op privacy en gegevensbescherming met zich mee.
Dit roept de vraag op welke minimumeisen op het gebied van privacy en gegevensbescherming zouden moeten gelden wanneer inlichtingen- en veiligheidsdiensten hun bevoegdheden inzetten om economische cyberspionage tegen te gaan. In dit onderzoek wordt die vraag beantwoord door een reeks minimumeisen voor privacy en gegevensbescherming te identificeren en ze specifiek toe te spitsen op deze context.
De analyse verloopt in vijf stappen. Eerst worden de relevante begrippen en recente ontwikkelingen binnen het inlichtingenveld besproken, met bijzondere aandacht voor het gebruik van bevoegdheden tegen economische cyberspionage. Vervolgens worden de algemene minimumeisen voor privacy en gegevensbescherming in het nationale veiligheidsdomein geïdentificeerd. Daarna worden deze eisen aangepast aan de specifieke context en aard van de bevoegdheden voor het tegengaan van economische cyberspionage. In de voorlaatste stap worden de aangepaste eisen toegepast op het Nederlandse juridische kader dat het gebruik van deze bevoegdheden door inlichtingen- en veiligheidsdiensten regelt. Tot slot mondt het onderzoek uit in een aantal aanbevelingen.
- Begindatum en -tijd
- Einddatum en -tijd
- Locatie
- Promovendus
- Mr. Sophie Harleman
- Proefschrift
- Countering economic cyber espionage and the right to privacy
- Promotor(es)
- prof. dr. J.J. Oerlemans
- prof. dr. C.M.J. Ryngaert