Promotie: Balancing efficacy and toxicity of immune checkpoint inhibitors
Promotie van Rik Jasper Verheijden
Immuuntherapie met checkpoint remmers is een veelbelovende behandeling tegen verschillende soorten kanker. Deze medicijnen zetten het eigen afweersysteem aan om kankercellen op te ruimen. Soms is hierdoor zelfs uitgezaaide kanker nog jaren na het stoppen van de behandeling onder controle. Steeds meer patiënten krijgen daarom deze medicijnen. Checkpoint remmers kunnen er helaas ook voor zorgen dat het eigen afweersysteem gezonde delen van het lichaam aanvalt. Deze bijwerkingen kunnen ernstig zijn en moeten dan vaak worden behandeld met afweerremmende medicijnen zoals prednison.
In zijn proefschrift “Balanceren tussen effectiviteit en bijwerkingen van immuun checkpoint remmers” beschrijft Rik Verheijden onderzoek naar factoren die samenhangen met de kans op deze bijwerkingen en of behandeling daarvan invloed heeft op de overleving van patiënten.
De onderzoekers vonden dat patiënten die vóór het starten met checkpoint remmers meer bewogen, gemiddeld minder vaak ernstige bijwerkingen kregen en langer leefden. Ook bleek dat de samenstelling van de bacteriën in de darm (het microbioom) mogelijk samenhangt met het ontstaan van ernstige bijwerkingen.
Lang werd gedacht dat de behandeling van de bijwerkingen van checkpoint remmers geen invloed heeft op hoe goed deze immuuntherapie werkt. De onderzoekers vonden dat het behandelen van deze bijwerkingen met een hogere dosis prednison of andere afweerremmende medicijnen toch wel nadelig lijkt te zijn voor hoe lang patiënten gemiddeld leven. Een patiënt met ernstige bijwerkingen kan alleen niet zonder deze behandeling. Daarom adviseren de onderzoekers om bij elke patiënt met bijwerkingen zorgvuldig te bekijken hoeveel afweerremmende medicijnen nodig zijn.
- Begindatum en -tijd
- Einddatum en -tijd
- Locatie
- Promovendus
- Rik Jasper Verheijden
- Proefschrift
- Balancing efficacy and toxicity of immune checkpoint inhibitors
- Promotor(es)
- prof. dr. K.P.M. Suijkerbuijk
- prof. dr. A.M. May