“We moeten meer vanuit preventie naar gezondheid kijken”

Lidwien Smit onderzoekt impact van leefomgeving op gezondheid van mens, dier en milieu

Lidwien Smit is sinds 1 november 2021 hoogleraar One Health en Milieu-epidemiologie bij de faculteit Diergeneeskunde. Zij onderzoekt de gezondheid van mensen en dieren in hun omgeving. Dat is een uitdaging in een dichtbevolkt land als Nederland met veel verkeer en een omvangrijke veehouderij. “Wij proberen zo neutraal mogelijk onderzoek te doen door metingen in real-life situaties, bijvoorbeeld naar de luchtkwaliteit in en rond stallen.”

Portret van hoogleraar One Health en Milieu-epidemiologie Lidwien Smit
Lidwien Smit, hoogleraar One Health en Milieu-epidemiologie

Lidwien Smit doet al bijna vijftien jaar onderzoek naar de intensieve veehouderij in Nederland en mogelijke gezondheidseffecten voor omwonenden. Haar hoogleraarschap sluit daar naadloos bij aan. “Wij kijken nu onder meer naar de geitenhouderij en de relatie met longontstekingen. Dat doen we samen met het RIVM, Nivel en de Universiteit van Wageningen. We weten al sinds 2009 dat er meer longontstekingen voorkomen rondom geitenhouderijen, maar de oorzaak is nog niet bekend. Het ministerie en de sector willen vooral weten wat we aan preventie kunnen doen, als we weten waardoor deze longontstekingen ontstaan.”

Longfunctie gaat achteruit

Smit en haar collega’s namen in 2014 een grote hoeveelheid monsters, maar ook longfunctietesten af bij mensen die in de buurt van veehouderijen wonen. Dat doen ze nu opnieuw. “We zijn al sinds de zomer bezig om deze mensen te bezoeken. Door corona verloopt dat rommelig, maar we hebben er al een paar honderd bezocht en hopen zeker duizend mensen opnieuw te testen. Zo kunnen we de ontwikkeling van de longfunctie in de loop van de tijd zien.”

Na de dertig gaat je longfunctie langzaam achteruit. “Dat geldt voor iedereen en is normaal”, zegt Smit geruststellend. “Maar we weten uit ander onderzoek dat slechte luchtkwaliteit, en bijvoorbeeld ook roken, die achteruitgang enorm kunnen versnellen. Wij zijn benieuwd of veehouderij en slechte luchtkwaliteit in de omgeving waar mensen wonen ook een effect hebben op de longfunctie.”

Zorgen over vogelgriep

Verder wordt er gewerkt aan nieuwe projectvoorstellen voor het geval zich een nieuwe pandemie aandient, vertelt Smit. Vormt de Nederlandse veehouderij misschien een risico? “Een van de dingen die we nu onderzoeken is vogelgriep. Dat is ook een zoönose die behoorlijk onder een vergrootglas ligt, omdat we zorgen hebben dat die net als corona op mensen zou kunnen overgaan. Dat gebeurt niet vaak, maar bij de huidige uitbraak zijn bijvoorbeeld ook vossen besmet geraakt. Dat is geen goed teken. Of het virus ook op mensen overgaat, is een tweede, maar we leven wel in een land met veel pluimvee, watervogels en mensen. Hoe beheersen we deze risico’s? Zijn er slimme technieken te bedenken waarmee we bepaalde virussen in de omgeving snel kunnen meten? Dat onderzoeken wij.”

De gezondheid van mensen, dieren én milieu bewaken, schuurt dat niet?

“Dat is inderdaad een ingewikkeld speelveld van belangen en financiële en juridische consequenties. Mijn rol daarin is vooral goed onderzoek doen naar de mogelijke gevolgen van veehouderij voor de gezondheid van mensen. We moeten zorgen dat op de agenda staat dat stikstof niet alleen een probleem is voor natuur en milieu, maar ook voor de volksgezondheid. Het besef groeit dat intensieve veehouderij een steeds grotere bron is van luchtvervuiling in Nederland. Verkeer wordt relatief schoner, maar dat gebeurt veel minder bij de landbouw. Bij de uitstoot van fijnstof komt een steeds grotere portie uit de landbouw. Dat dringt steeds meer door bij organisaties zoals het Longfonds. Ik wil als hoogleraar aandacht vragen voor aspecten van de intensieve veehouderij waarmee we rekening moeten houden.”

Waar zou het zwaartepunt moeten liggen?

“Voor mij staat de gezondheid van mensen en dieren bovenaan. We willen natuurlijk niet dat mensen ziek worden door de bedrijvigheid en commerciële activiteiten van een ander. Daarover is geen discussie, maar je moet dan wel goed in kaart brengen in welke mate de uitstoot van bedrijven kan leiden tot gezondheidseffecten. Wij proberen zo neutraal mogelijk onderzoek te doen via metingen in real-life situaties. Daarin moet je als wetenschapper zuiver blijven.”

Wat maakt One Health-onderzoek boeiend?

“Vooral de diversiteit. Er duiken continu problemen op die om een nieuwe aanpak vragen. Zo was er ineens corona bij nertsen en nu weer vogelgriep. Ik houd van een multidisciplinaire aanpak, problemen bekijken vanuit verschillende invalshoeken. Ons onderzoek heeft ook een belangrijke maatschappelijke kant. We moeten meer vanuit preventie naar gezondheid kijken om te voorkomen dat mensen ziek worden. Daar is in Nederland relatief weinig aandacht voor helaas.”

En naast het werk?

“Ik fiets graag, racefietsen is een van mijn hobby’s. Ik vind het heerlijk om erop uit te gaan in de buitenlucht, ook om te wandelen. In het weekend doe ik dingen met de kinderen en ik houd ook erg van lezen. Maar daarvoor heb ik vaak geen rust, dat lukt alleen op vakantie.”

Dit is een verhaal uit:

Vetscience nr. 13