Vliegen op camera’s en muizen die kabels doorknagen: data meten op het boerenerf is niet vanzelfsprekend

Big data op de boerderij

Big data is niet meer weg te denken van het boerenbedrijf. Veehouder en dierenarts en data-wetenschapper Miel Hostens vertellen over technische snufjes, beeldschermen vol vogelpoep en hoe sensoren het langzaam overnemen van de boer en zijn fingerspitzengefühl.

Vies computerscherm met data in beeld.
Computerscherm met data op de boerderij van veehouder Adrie Vollering

We zijn op het platteland in Waarder (Zuid-Holland) waar boer Vollering - overall, enorme laarzen en een brede grijns onder zijn petje - ons voorgaat naar een koffieruimte in de stal. Hij doet zijn laarzen uit en serveert koffie met koekjes. Lachend uit Hostens zijn verbazing over de koffiemelk. “Waarom krijg ik bij boeren altijd melk uit een cupje?!” Hij werkt als data-wetenschapper op de faculteit Diergeneeskunde, maar is allesbehalve de nerderige wetenschapper die enkel goed is met grafieken en tabellen. Hostens is als een vis in het water op het boerenbedrijf van Vollering. De twee lachen wat af en hebben aan een half woord genoeg.

Sloot met grasland erachter en een boerderij op de horizon
Een boer veegt het stro richting zijn koeien die in de stal staan
De boerderij van veehouder Adrie Vollering op het platteland in Waarder.

Favoriete app

“We kunnen niet meer zonder data”, vertelt Vollering terwijl hij zijn telefoon uit zijn borstzak vist. Hij toont zijn favoriete app waarmee hij realtime inzicht heeft in de gegevens van 'zijn dames'. “Meerdere keren per dag check ik de app en zo nu en dan krijg ik pushmeldingen, bijvoorbeeld als een koe meer of minder actief is dan normaal.” Hostens knikt goedkeurend. “Het is bizar hoeveel data er gegenereerd wordt op zo’n  boerenbedrijf. Het aantal stappen van een koe, het aantal herkauwbewegingen, de locatie van een koe in de stal, de eigenschappen van de melk. Maar ook: welk en hoeveel voer krijgen de dieren, wat is de kwaliteit van het gras op het land, en ga zo maar door.” Vollering valt hem bij. “Toen we begonnen met meten, kregen we ineens zoveel gegevens binnen. Ik realiseerde me dat we een manier moesten vinden om die data adequaat in te zetten.”

Ochtendroutine

Vroeger stond Vollering om vijf uur ‘s ochtends op om de koeien te melken. “Dat duurde tot half acht en daarna ging ik voor de kalveren zorgen. Dan ontbijten en pas dáárna was er tijd voor koeien die extra zorg nodig hadden. Een uierontsteking hier en een koe die geïnsemineerd [kunstmatig bevrucht, red.] moest worden daar.” Tegenwoordig ziet zijn ochtendroutine er heel anders uit. “Vier melkrobots melken de koeien, dat scheelt mij zeker zes uur werk per dag. Ik kom om half zeven in de stal en heb dan direct tijd voor koeien die extra aandacht nodig hebben.” Bliep! Een pushmelding: koe 242 moet geïnsemineerd worden. “Dat ga ik straks als eerste doen als jullie weg zijn. Even kijken waar 242 uithangt.” Met twee drukken in de app lokaliseert Vollering de betreffende koe. “Ah, ze staat op dit moment toevallig in de melkrobot, rechts voor in de stal.”

Koe staat in een melkmachine en een andere koe komt eraan gelopen

Vier melkrobots melken de koeien, dat scheelt mij zeker zes uur werk per dag

Boer laat melkmachine zien

Het oog van de meester

In een andere applicatie toont Vollering hoeveel melk 242 momenteel geeft, wat ze doorgaans aan melk geeft en wat het eiwit- en vetgehalte van haar melk is. Ook detecteert het systeem ziektes zoals een uierontsteking. “Vroeger moest ik daarvoor de melk proeven. Een zoute smaak betekende dat 't mis was.” Nu vaart Vollering blind op zijn sensoren – althans, voor een groot deel. “Soms geeft de data geen eenduidig beeld. Dan krijg ik een melding dat een koe mogelijk vruchtbaar is, maar moet ik er zelf achteraan voor het definitieve oordeel.” Heel soms merkt Vollering signalen zelfs sneller op dan de sensoren. “Ik ben mesjogge van mijn koeien. Vanochtend liep ik door de stal en zag ik een koe net iets meer trippelen dan normaal. Een half uur later werd er een kalf geboren.” Weer knikt Hostens goedkeurend. “Dat is het oog van de meester! Eigenlijk willen we met sensoren kunnen voorspellen wanneer een koe gaat kalven. Dat moment is voor boeren van groot belang om te voorkomen dat kalveren sterven bij de geboorte. Als het midden in de nacht is en een app kan aangeven dat er nú een kalf wordt geboren, komt Adrie onmiddellijk z'n bed uit. Het is aan de wetenschap om dat soort voorspellingsmodellen te ontwikkelen.” Hostens vertelt dat ze bij de faculteit zelfs nog een stap verder willen gaan. “Met big data kunnen we ook bijdragen aan maatschappelijke vraagstukken, zoals het verduurzamen van de veehouderij.”

Met big data kunnen we bijdragen aan maatschappelijke vraagstukken, zoals het verduurzamen van de veehouderij

Een wereld van data

Als we een ronde door de stal lopen, blijkt dat data meten hier nog niet zo vanzelfsprekend is. “Je kunt niet zomaar sensoren ophangen”, vertelt Hostens. “Vliegen gaan op de lens van camera’s zitten, muizen knagen aan de kabels van sensoren en het beeldscherm en toetsenbord zitten vol stof, modder en vogelpoep.” En dat zijn alleen nog de praktische hobbels. “We kunnen zóveel meten. Maar wat doe je met die wirwar van gegevens? Daar ligt een grote uitdaging voor dierenartsen van de toekomst.” Hostens is gefascineerd door de uitdagingen en mogelijkheden van data op het boerenerf. “Mijn fascinatie wil ik aan studenten doorgeven. Er gaat een wereld van data schuil achter de boer en diens koeien. Ik wil dierenartsen opleiden die de data objectief kunnen analyseren en zo problemen en oplossingen inzichtelijk kunnen maken.”

Dit is een verhaal uit:

Vetscience nr. 13