Van genezing naar preventie
Gezond gefokte honden en katten
Het Expertisecentrum Genetica van de Universiteit Utrecht heeft een missie. De wetenschappers doen er alles aan om erfelijke ziekten en schadelijke fysieke kenmerken bij honden en katten te voorkomen. Ze voeren baanbrekend onderzoek uit en vertalen de resultaten naar praktische hulpmiddelen voor dierenartsen, fokkers en beleidsmakers. “Wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van genetica gaan snel, en we begrijpen erfelijke ziekten bij honden en katten veel beter,” zegt Hille Fieten, directeur van het Expertisecentrum Genetica. “Ik geloof dat het onze morele plicht is om deze kennis te benutten.”
Helaas lijden veel rashonden en -katten aan erfelijke ziekten of schadelijke fysieke kenmerken. Dierenartsen zien de gevolgen bijna dagelijks in hun klinieken. Gelukkig komt er steeds meer data beschikbaar. Onderzoekers van het Expertisecentrum Genetica publiceren regelmatig nieuwe ontdekkingen in samenwerking met internationale collega’s. Zo hebben ze bijvoorbeeld DNA-markers gevonden die het risico op maagkanker bij Belgische herders beïnvloeden en nieuwe risicogenen voor DCM (dilaterende cardiomyopathie) bij dobermanns.
“Kennis over de aanwezigheid en frequentie van erfelijke ziekten is van onschatbare waarde,” zegt Fieten. Ze wijst op onderzoek naar syringomyelie (SM) bij Nederlandse en Deense cavalier-kingcharlesspaniëls door Paul Mandigers. “Het komt voor bij 39 tot 46 procent van de honden. Promovendus Citlalli Limpens heeft aangetoond dat dit aantal drastisch zou afnemen als fokkers geen honden met SM meer zouden gebruiken en alleen zouden fokken met honden ouder dan 3 jaar, omdat de ziekte zich later in het leven manifesteert. Met deze kennis kunnen preventieprogramma’s voor deze rassen worden ontwikkeld.”
Impact
Goede samenwerking tussen onderzoekers, fokkers en dierenartsen is nodig om kansen te benutten en impact te maken. Soms ligt er ook een rol voor de overheid, vooral wanneer erfelijke aandoeningen zo ernstig zijn dat beleidsmakers het niet aan de sector alleen willen overlaten. “Dit was het geval bij brachycephale honden,” zegt Fieten. “De minister vroeg ons Expertisecentrum om criteria voor schedelconformatie op te stellen op basis van wetenschappelijk bewijs en ondersteund door veterinaire specialisten. De overheid heeft deze criteria nu in de wet opgenomen. (zie kader) We lopen voorop in Nederland en de nationale overheid deelt de ervaringen met andere Europese lidstaten. Ik ben trots op deze stappen omdat ze het leven van veel brachycefale honden in de toekomst zullen verbeteren.”
Een ander voorbeeld van concrete impact is de ontwikkeling van het fokprogramma “Fit2Breed”, dat voor het eerst werd toegepast op kooikerhondjes. “Er zijn wereldwijd ongeveer 15.000 kooikerhondjes,” zegt Fieten. “En ja, populatiemanagement heeft zijn uitdagingen, vooral wat betreft inteelt en het voorkomen van erfelijke ziekten. We werken al lange tijd samen met fokkers van de kooikerhondjes, en ze zijn bijzonder ondersteunend en transparant over de ziekten die bij het ras voorkomen.” Op basis van informatie van de rasvereniging, hebben Peter Leegwater en Paul Mandigers verschillende DNA-mutaties geïdentificeerd die erfelijke ziekten veroorzaken bij kooikerhondjes, zoals erfelijke necrotiserende myelopathie en polymyositis. DNA-tests voor deze ziekten zijn beschikbaar gesteld, waardoor ze effectief kunnen worden bestreden in het ras. “Bovendien hebben we alle gegevens samengebracht in het Fit2Breed-programma. Het biedt prachtige mogelijkheden.” (zie kader)
PetScan
Volgens Fieten is er een echte cultuuromslag geweest onder fokkers van kooikerhondjes en deze verandering is nodig voor meer dierrassen. Ze ziet een cruciale rol voor dierenartsen in dit proces. “Dierenartsen kunnen consumenten en fokkers adviseren. Bovendien kunnen we er als beroepsgroep voor zorgen dat nieuwe informatie over erfelijke ziekten wordt verzameld en geanalyseerd. Hiervoor hebben we speciale software ontwikkeld genaamd PetScan.”
Het programma is nu beschikbaar in meer dan 90 procent van de dierenartspraktijken in Nederland, Softwareleveranciers van praktijkmanagementsystemen onderschrijven het belang van een programma als PetScan voor de gezondheid van gezelschapsdieren. Dierenartsen kunnen PetScan gratis gebruiken om gediagnosticeerde aandoeningen te registreren, waardoor landelijke monitoring van erfelijke ziekten mogelijk wordt. “Op deze manier kunnen we beschikken over een schat aan informatie,” zegt Fieten. “Dan ontstaat wat ik een echte ‘verbetercyclus’ noem: als beroepsgroep, samen met consumenten en fokkers, verzamelen we de benodigde gegevens. Wetenschappers kunnen deze gegevens analyseren om onderwijs en advies te baseren op bewijs. Deze kennis kan vervolgens worden toegepast met DNA-tests en programma’s zoals Fit2Breed. Het resultaat: gezond gefokte gezelschapsdieren. Dat is ons doel.”
Fokverbod voor extreme brachycephalie
Brachycephalie (kortsnuitigheid) en het fokken met kortsnuitige honden leiden vaak tot ernstige welzijnsproblemen. Honden kunnen bijvoorbeeld last hebben van kortademigheid of oogschade. Om dit aan te pakken, heeft het Expertisecentrum Genetica, in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, een rapport opgesteld met zes schedelcriteria voor het fokken van brachycephale honden. De criteria omvatten de afwezigheid van ademhalingsgeluiden in rust, open neusgaten, een craniofaciale ratio (verhouding tussen neuslengte en schedellengte) van meer dan 0,3, de afwezigheid van een neusplooi die het oog raakt, minimale zichtbaarheid van het oogwit en de mogelijkheid om de oogleden volledig te sluiten.
In 2019 verbood het ministerie het fokken met honden die niet aan deze criteria voldoen. In 2023 stopte ook de tijdelijke uitzondering voor het fokken van extreem kortsnuitige honden met een langer gesnuite hond. De toenmalige minister noemde de nieuwe regel “een belangrijke stap” in het fokken van gezonde honden. Nederland zet zich ook in om andere EU-lidstaten bewust te maken van de schadelijke kenmerken.
“Ik ben erg blij met de vooruitgang die we hebben geboekt,” zegt Fieten. Tegelijkertijd vindt ze dat er in Nederland verdere stappen nodig zijn. “Nu komen er nog steeds honden naar Nederland via import omdat er vraag is naar dit type hond. Ik denk dat we moeten werken aan een cultuur waarin we het collectief niet langer acceptabel vinden om een hond of kat met schadelijke fysieke kenmerken te kopen.”
Bekijk een video over de toepassing van de criteria door dierenartsen.
Fit2Breed
Fit2Breed is een uniek platform ontwikkeld door het Expertisecentrum Genetica om erfelijke ziekten bij honden en katten te voorkomen. In 2024 werd Fit2Breed beschikbaar voor fokkers van kooikerhondjes. Het programma maakt gebruik van gegevens van populaties kooikerhondjes wereldwijd, inclusief ziektegegevens, screeningsresultaten, stamboomgegevens, DNA-testresultaten en SNP-markers. Op basis hiervan werd een uitgebreide populatieanalyse gemaakt.
Fit2Breed biedt een interactieve stamboom waar gebruikers alle honden kunnen zien en gemeenschappelijke voorouders kunnen identificeren. Het programma heeft ook een fokmodule waarin testparingen kunnen worden uitgevoerd, waarbij fokkers een risicobeoordeling voor het nageslacht krijgen op basis van ziektegegevens en inteelt. Bovendien adviseert Fit2Breed welke reuen te gebruiken, waarbij de voorkeur wordt gegeven aan reuen die genetisch of stamboomtechnisch het minst verwant zijn aan de teef.
“We noemen het soms een soort Tinder voor honden,” zegt Kerstin Ueckert, voorzitter van de rasvereniging ‘Het Nederlandse Kooikerhondje’. Ze is erg tevreden met Fit2Breed. “De samenwerking tussen onze vereniging en de faculteit Diergeneeskunde gaat vele jaren terug. Wij leverden de gegevens en de faculteit deed het onderzoek. Hierdoor weten we nu veel. Dat maakt het echter ook veel ingewikkelder om goede risicobeoordelingen te maken bij het fokken. Fit2Breed helpt ons hierbij.” Fit2Breed kan een cruciale rol spelen. Er is ook veel enthousiasme van zusterverenigingen in het buitenland, stelt Fieten. “Het is uniek in de wereld.”
Het doel is om Fit2Breed geleidelijk uit te breiden naar andere hondenrassen en uiteindelijk ook naar kattenrassen.
Tekst: Maarten Post | Beeld: Bas Niemans