Run op puppy’s
De vraag naar honden is door de coronacrisis enorm gestegen. Dieren geven veel gezelligheid en mensen hebben meer tijd voor de socialisatie van pups en de intensieve begeleiding in de eerste weken. Maar er zit ook een keerzijde aan, want waar komen al die honden vandaan? En wat als het hebben van een hond tegenvalt of als iedereen straks weer buitenshuis werkt? Een drieluik over de run op puppy’s.
‘Mika is een echte coronahond’
Voor Malou Hoekzema en haar gezin was het begin van de coronatijd een ideaal moment om een pup aan te schaffen. ‘Mika is een echte coronahond’.
‘De wens om een hond aan te schaffen was er altijd al, maar het paste niet in ons drukke leven met twee jonge kinderen en een eigen bedrijf. Dachten we. Door de coronacrisis hebben we een andere kijk op het leven gekregen. In de eerste maanden van de crisis waren de scholen gesloten en ons werk als advocaat stopte, doordat de rechtbanken dicht waren. We zaten thuis en beseften dat we niet meer wilden leven om te werken, maar dat we ons werk om ons leven willen bouwen. Een hond paste daar heel goed bij! Dit was het ideale moment om een hond aan te schaffen. We konden er alle tijd en aandacht aan geven. Want we willen alleen een hond als we ook tijd hebben om haar goed op te voeden.
Met heel veel geluk kregen we Mika, een acht weken oude Labrador. In het begin was het best lastig, om de haverklap stonden er kinderen aan de deur om met Mika te spelen. Maar een puppy is net als een baby: ze sliep de halve dag. We vonden het een voordeel dat onze kinderen veel thuis waren, zo konden we ze goed meenemen in de opvoeding van Mika. Met de versoepelingen rondom de zomer werkten we nog steeds twee dagen in de week thuis en namen we Mika mee naar kantoor, zodat ze daar ook aan kon wennen. In de toekomst blijven we dit doen. De run op puppy’s de afgelopen maanden is ons zeker niet ontgaan. De aanschaf van Mika was voor ons in ieder geval niet impulsief. We kunnen haar nu al niet meer missen!’
'Iets wat in de vroege levensfase misloopt, is later moeilijk te herstellen'
Gedragsbioloog Claudia Vinke maakt zich ook grote zorgen. En dan niet alleen over hoe het de dieren zal vergaan als mensen straks weer meer naar hun werk gaan, maar ook over waar al die dieren vandaan komen. ‘Iets wat in de vroege levensfase misloopt, is later moeilijk te herstellen.’
‘De malafide handel in honden neemt schrikbarend toe. Binnen- en buitenlandse malafide fokkers en handelaren zorgen sinds de coronacrisis voor extra veel jonge hondjes. De pups van de buitenlandse broodfokkers groeien vaak op in zogenoemde ‘puppymills’ onder erbarmelijke omstandigheden. Daardoor lopen ze extra risico op het ontwikkelen van gezondheids- en gedragsproblemen. Ze worden bijvoorbeeld regelmatig te vroeg bij het moederdier weggehaald, met alle gevolgen van dien. Moederdieren zorgen voor de eerste aansturing, onder meer de ‘beheersing van het spel’. Onvoldoende aansturing leidt bij de pups tot problemen met impulscontrole bij het sociale spel met andere honden, met mensen of helemaal niet kunnen spelen. Moederzorg, zoals het likgedrag van een moederdier, is van groot belang voor de stabilisatie van het stresssysteem. Is de moeder maar zeer kort bij haar pups, dan leidt dit tot levenslange prikkelgevoeligheid - veel stress, schrik en angsten.
De eerste socialisatieperiode ligt tussen de drie en twaalf weken, het is van essentieel belang dat de pups in deze fase kennismaken met verschillende omgevingsprikkels, zoals verkeer, kinderen en andere honden. Als deze socialisatieperiode niet goed doorlopen wordt, kunnen er angsten ontstaan voor al die prikkels waarop de pup niet is gesocialiseerd. En iets wat in de vroege levensfase misloopt, is later moeilijk te herstellen. Ik vrees dus echt voor een toename van het aantal honden met gedragsproblemen. Bovendien zal een onervaren eigenaar bepaalde gedragsontwikkelingen van een hond niet altijd zien, omdat hij wellicht denkt dat het normaal is. Ik hoop dat dierenartsen ongevraagd advies zullen geven en de risicofactoren inventariseren. Dus dat ze niet alleen een medische check geven, maar ook vragen hoe het gedrag van de hond is en hoe ze het straks aan gaan pakken als eigenaren weer buitenshuis werken.’
'Ik heb nog nooit zo weinig honden gehad'
De aanschaf van een hond was voor Malou allesbehalve impulsief. Ook bij directeur Hans Fokkens van de kwamen weinig mensen die van de een op de andere dag een hond wilden, maar bij de dagopvang zag hij wel een toename. ‘Een hond bleek toch best veel werk te zijn.’
‘De mensen die zich bij ons aanmelden voor een hond, hebben er vaak echt goed over nagedacht. Veelal zijn dit mensen die altijd al een hond wilden, maar ze wachten op het juiste moment. Een hond uit het asiel kost net als een puppy veel tijd. En deze tijd was er nu. We hebben het rond half april dus wel wat drukker gehad. Na de eerste lockdown kregen we ook bij de dagopvang aanzienlijk meer aanmeldingen. Mensen die in de periode daarvoor een hond hadden gekocht, vonden het toch wel tegenvallen en veel werk. Bovendien mochten we weer meer naar kantoor, dus zochten ze opvang voor hun hond.
Bij de tweede lockdown werd het weer rustiger in de dagopvang. Ook het asiel is nu vrijwel leeg: ik heb nog nooit zo weinig honden gehad. Dat komt waarschijnlijk doordat politie en handhaving hun prioriteiten nu elders hebben liggen. Ik houd mijn hart vast voor de periode na corona. Mensen zeggen nu wel dat ze meer thuis blijven werken, maar het zou me niets verbazen als iedereen straks weer veel naar kantoor gaat. En dan gaat zo’n hond blaffen, want hij is niet gewend om veel alleen thuis te zijn. En dan gaan de buren klagen. En wat dan? Bovendien maak ik me zorgen over honden die geen goede socialisatieperiode hebben gehad.’