Meespelen of handhaven?
Wetsvoorstel Tweede Kamer lijkt geen oplossing voor overlast Airbnb toeristen
Amsterdam heeft wereldwijd het grootste aantal Airbnb adressen per inwoner. London, Parijs en New York zijn populair maar onze hoofdstad spant de kroon. Met alle gevolgen van dien: het massatoerisme zet grote druk op het straatbeeld, het winkelaanbod en de huizenmarkt. Bewoners van de stad klagen over de overlast van feestende bezoekers. Een wetsvoorstel voor de Tweede Kamer moet daar verandering in brengen.
Coen Rigtering van de Utrecht ľ¹Ï¸£ÀûÓ°ÊÓ School of Economics is echter sceptisch over het voorstel: ‘Airbnb is erin geslaagd om zijn verantwoordelijkheid te ontlopen. Hun service geneert serieuze kosten voor de gemeente en overlast voor inwoners. Airbnb wordt nu niet gedwongen om daar verantwoordelijkheid voor te nemen.’ In het wetsvoorstel is handhaving namelijk aan de overheid en niet aan de platforms – het maximaal haalbare, aldus minister Ollongren. ‘Het probleem én de oplossing hiervoor liggen echter niet op lokaal of nationaal maar op Europees niveau’ zegt Rigtering.
Airbnb speelt een spelletje
NRC Handelsblad deed onderzoek naar de recente ontwikkelingen en de totstandkoming van het wetsvoorstel dat tot aanvaardbare verhuur van vakantieappartementen in de grote steden moet leiden. De krant concludeert echter dat ‘Airbnb toch weer aan het langste eind trekt’. In komt ook universitair docent Strategie en Organisatie Coen Rigtering aan het woord. Samen met Bilgehan Uzunca en Pinar Ozcan publiceerde hij in 2018 ‘Sharing and shaping: A cross-country comparison of how sharing economy firms shape their institutional environment to gain legitimacy’, waarin de onderzoekers lieten zien hoe platforms als Uber en Airbnb inspelen op de zwakke plekken van lokale overheden.
'Sharing and shaping'
‘Ons onderzoek ging over de strategie van deze bedrijven en hoe zij regelgeving proberen te omzeilen of te beïnvloeden’ zegt Rigtering. ‘De vraag is of de voorgestelde wetgeving nu voldoende is om die strategie te counteren. Waar Airbnb tot nu toe heel goed in is geweest, is het voorkomen van echte regelgeving. Bij problemen of overlast initieert Airbnb proactief eigen oplossingen; samenwerken met de brandweer om de veiligheid van de verhuurde panden te verbeteren, een meldpunt voor klachten bij overlast, etc. Dit werkte redelijk toen Airbnb nog kleinschalig was, inmiddels zijn deze oplossingen verre van toereikend. Nu is er voor het eerst een poging om particuliere vakantie verhuur wettelijk te regelen. Maar Airbnb heeft met het ministerie aan tafel gezeten en is erin geslaagd om vergaande maatregelen te voorkomen.’
Airbnb verdient goed aan illegale hotels en appartementen die meer dan 30 dagen worden verhuurd. In die zin is het gewoon een groot bedrijf dat het overleg met de gemeente Amsterdam niet heel erg serieus neemt.
Het probleem met de huidige wetgeving is de mate waarin Airbnb (en soortgelijke platforms) worden gedwongen om data te delen met gemeentes.
‘Voor efficiënte en effectieve handhaving, van bijvoorbeeld de maximale verhuur termijn van 30 dagen in Amsterdam, is het noodzakelijk dat Airbnb en de gemeente data uitwisselen. Dat is binnen het huidige voorstel mogelijk, maar is omslachtig en arbeidsintensief voor de gemeente. Indien Airbnb zeer coöperatief zou zijn, verwacht ik geen grote problemen. Echter, het verleden heeft echter uitgewezen dat Airbnb zeer terughoudend is in het delen van data, vertragende tactieken toepast en zelf geen pogingen onderneemt om ervoor te zorgen dat gebruikers zich aan gemeentelijke regels houden. Deels is dat ook logisch; Airbnb verdient goed aan illegale hotels en appartementen die meer dan 30 dagen worden verhuurd. In die zin is het gewoon een groot bedrijf dat het overleg met de gemeente Amsterdam niet heel erg serieus neemt. Ze spelen een spelletje.’
Kosten van het platform, handhaving door de overheid
‘In 2016 zag Amsterdam AirBnb nog als een “best case’’, zegt Rigtering, ‘maar toen zaten ze nog in het ‘voortraject van het spel’ later werd dit anders. Toen daar het gesprek stopte en het op landelijk niveau werd overgenomen door het ministerie, is Airbnb weer om de tafel gekomen. Airbnb ‘eiste’ vervolgens dat Booking.com en kleine platforms zouden aanschuiven, eigenlijk om meer leverage te krijgen over de overheid. Het spel begon weer opnieuw. En nu is er dus het wetsvoorstel, waarvan de minister in de brief aan de Kamer heeft gezegd: dit is het maximale dat mag binnen Europese regelgeving.
Of dat klopt? Dat weet ik niet. Ik denk dat het eigenlijke vraagstuk groter is: hoe willen we met dit soort platforms omgaan? In Europa zijn er verschillende steden die worstelen met Airbnb. Barcelona is daarvan misschien wel het sterkste voorbeeld: daar probeert men serieus om Airbnb te weren, maar dat blijkt tot nu toe heel moeilijk te zijn. In Nederland wordt handhaving bemoeilijkt door wat de minister ook in brief aan de Kamer schrijft: de handhavingstaak ligt bij de overheid en niet bij het platform.
Het probleem is dat het platform waarde oplevert voor bepaalde partijen, maar met name als het groter wordt, ook kosten kan genereren voor andere partijen. Het verhuren van kamers werd al veel langer gedaan maar als je het op hele grote schaal gaat doen, krijg je overlast en een handhavingstaak. Dan hebben we het over serieuze kosten, die ten laste komen van de gemeente en de inwoners van de stad. Amsterdam moest op een geven moment zelfs ‘airbnb cops’ creëren om illegale hotels tegen te gaan. Platforms als Airbnb trekken daar heel makkelijk hun handen vanaf door te zeggen: wij bemiddelen alleen tussen vraag en aanbod.’
Regelgeving voor wat een platform is, is dus een issue. In de komende jaren zullen er steeds meer platforms komen die bestaande diensten gaan overnemen, dus we kunnen steeds meer van dit soort problemen gaan verwachten, ook in andere branches.
Het probleem en de oplossing liggen in Europa
‘Airbnb is een platform en voor platforms gelden andere regels. Het grote verschil tussen Uber en Airbnb is dat de rechter op een geven moment gezegd heeft: Uber is een taxibedrijf. Dat betekent dat de bestaande taxi wetgeving kan worden toegepast. Regelgeving voor wat een platform is, is dus een issue. In de komende jaren zullen er steeds meer platforms komen, dus we kunnen steeds meer van dit soort problemen gaan verwachten. Het Europees Parlement heeft in april ingestemd met een wet die platformwerkers moet gaan beschermen. We moeten echter het fenomeen platforms in bredere zin op een andere manier gaan bekijken. Dat punt ligt op Europees niveau, dat ben ik met de minister eens. Maar het betekent ook dat een oplossing voor de situatie in Amsterdam nog even op zich laat wachten.’
Coen Rigtering is overigens bepaald geen tegenstander van het fenomeen platforms. ‘Er zijn heel veel nuttige, leuke en interessante (kleinere) platforms met meerwaarde die je niet wilt remmen. Maar dit soort commerciële bedrijven waar mega-investeringen achter zitten moeten we natuurlijk wel inperken.’
Expertise
Bij de Universiteit Utrecht is veel kennis aanwezig over de platform- en deeleconomie. Wilt u meer weten? Neem dan bijvoorbeeld contact op met Coen Rigtering: