Meer uitdaging en waardering nodig voor paravets

De paraveterinair is het visitekaartje van de dierenartsenpraktijk en krijgt een steeds grotere rol in de veranderende veterinaire wereld. Maar paraveterinairen vallen ook regelmatig uit door een gebrek aan uitdaging en waardering. Welke kansen liggen er in de toekomst en welke obstakels moeten worden overwonnen?

Wat ooit begon als de vrouw van de dierenarts die meehielp in de praktijk, is uitgegroeid tot een professioneel beroep en onmisbare kracht. Paraveterinairen, ook wel paravets, zijn vaak het eerste aanspreekpunt voor diereigenaren en ondersteunen dierenartsen bij medische handelingen, dierzorg en administratie. Sommige paravets zoeken meer ontwikkeling en uitdaging. “Dat deel raken we nu kwijt”, signaleert Robert Favier, directeur Onderwijs voor Professionals van de faculteit Diergeneeskunde. “Het is belangrijk dat we paravets bevlogen houden voor hun vak en mogelijkheden bieden om zich te verdiepen.”

Paravet Samantha Bloemscheer onderzoekt een hond in haar praktijk in Rotterdam.
Paravet Samantha Bloemscheer aan het werk in haar praktijk in Rotterdam.

Ik probeer het contact met eigenaren laagdrempelig te houden, zodat ze meer vragen durven te stellen en zich minder zorgen maken.

Daar kan Samantha Bloemscheer, paravet bij Evidensia in Rotterdam, over meepraten. “Ik zocht meer uitdaging in mijn werk, dus volgde ik de differentiatie ‘consultvoerend paraveterinair’. Nu begeleid ik patiënten met chronische problemen, zoals suikerziekte of nierfalen. Ik vind het leuk om ook de eigenaren daarbij te ondersteunen. Ik probeer het contact met hen laagdrempelig te houden, zodat mensen meer vragen durven te stellen en zich minder zorgen maken over hun huisdier.” Bloemscheer denkt dat er in de toekomst steeds meer verwacht wordt van paravets en dat hun rol uitdagender wordt. 

Potentieel beter benutten

Ook Marleen Langen, voorzitter van de paraveterinaire beroepsvereniging Vedias, ziet de rol van paravets verschuiven en groeien. “We moeten het potentieel van paravets in de toekomst beter benutten, zodat het werk aansluit bij hun kwaliteiten. Daarbij hoort ook een uitbreiding van de handelingen die paravets mogen uitvoeren.” Als voorbeelden noemt Langen kleine operatieve ingrepen, zoals hechten en bultjes verwijderen, en handelingen in de tandheelkunde of anesthesie. Ook is het, dankzij inspanningen van Vedias, voor paravets inmiddels mogelijk om opgeleid te worden tot stralingsdeskundige, zodat zij zelfstandig röntgenfoto’s kunnen maken. Iets wat voorheen was voorbehouden aan dierenartsen.

Een uitbreiding van de taken van paravets kan bovendien de druk op dierenartsen verlichten. Volgens Favier ontbreekt het nog wel aan duidelijkheid over de werkzaamheden. “We moeten de taken goed definiëren, maar op dit moment ontbreekt een centrale regiehouder die directief kan handelen. Ik verwacht dat de nieuw te vormen Beroepsorganisatie voor Veterinaire Professies hierin een belangrijke rol kan spelen.” Ook paravet Bloemscheer herkent de behoefte aan duidelijke taken. “Een handelingenlijst zou helpen. We hebben nu soms het gevoel in het diepe te worden gegooid.”

De taakverschuiving van paravets sluit aan bij het veranderende veterinaire landschap. “Grote ketens hebben een andere werkwijze dan kleine praktijken en bieden meer specialistische zorg. Daarmee ontstaat de vraag naar verdiepend opgeleide paravets”, legt Favier uit. Maar niet alle paravets willen zich verdiepen, merkt Bloemscheer onder haar collega’s. En dat hoeft ook niet. Favier en Langen verwachten in de toekomst meer diversiteit, waarbij kleine eenmanszaken all-round paravets zullen inzetten en grote praktijken juist paravets die zich hebben verdiept.

Oefenen in de röntgenkamer

Dit soort veranderingen vraagt om goed toegeruste paravets. Favier ontwikkelt bij de faculteit verdiepende onderwijsprogramma’s. “We willen handen en voeten geven aan de ontwikkeling van paravets. We kijken daarbij naar wat zij in de praktijk nodig hebben om hun taken uit te voeren.” Daarbij zoekt de faculteit de samenwerking met het werkveld en mbo-opleidingen. “We willen meer lijn brengen in ons aanbod en inzetten op reflectie, zelfinzicht en werkplekleren. We verkennen momenteel een leerlijn over het maken van een goede röntgenfoto voor zo’n vijftien paravets, waarbij zij in groepjes kunnen oefenen in de röntgenkamer en hun ervaringen uit de praktijk kunnen uitwisselen.”

We moeten de kracht van samenwerking tussen dierenarts en paravet benutten.

Gelijkwaardigheid versterken

Behoefte aan meer uitdaging is niet de enige reden dat paravets uitvallen. Volgens de voorzitter van de beroepsvereniging laat ook de waardering  vaak te wensen over. Langen: “Sommige paravets kunnen niet rondkomen of hebben te maken met een onprettige werksfeer door een sterke hiërarchie en gebrek aan vertrouwen.” Langen denkt dat de faculteit kan bijdragen aan een cultuurverandering door dierenartsen in opleiding beter voor te bereiden op het werken met paravets. “We moeten vooral de kracht van samenwerking benadrukken en benutten. Dat kan het gevoel van gelijkwaardigheid versterken, waarbij de paravet echt een eigen beroep is aanvullend aan de dierenarts.” De ervaringen van Bloemscheer bieden alvast hoop: “In mijn praktijk voel ik me gesteund door de dierenartsen. Zij zijn blij met mijn ontwikkeling en geven mij veel vertrouwen.”

Dit is een verhaal uit:

Vetscience nr.20