Medische screening geleidehonden
Klaar voor de geleidehondenschool
Per jaar komen er zo’n tweehonderd jonge honden van voor een medische screening naar het Universitair Dierenziekenhuis in Utrecht. Dierenartsen onderzoeken de honden waarna de honden kunnen beginnen aan hun opleiding tot geleidehond. De screening bestaat uit drie onderdelen: de ogen, ellebogen en heupen worden onderzocht.
Een volle wachtkamer
Het pleeggezin waar de twaalf maanden oude hond op dat moment verblijft, brengt samen met de hond een bezoek aan het Universitair Dierenziekenhuis. Dit is enkele weken voordat de hond teruggaat naar de geleidehondenschool in Amstelveen om daar met de opleiding te starten. , case manager veterinaire zaken bij KNGF, is aanwezig bij de screenings en zorgt voor de coördinatie. Versteeg: ‘Je moet je voorstellen dat er, we hebben het dan over de periode vóór COVID-19, acht pleeggezinnen met hun jonge honden in de wachtkamer zitten. Lekker druk dus! Het is altijd een leuk moment om de honden bij elkaar te zien. Sommige honden komen uit hetzelfde nest en zien hun broertjes of zusjes dan weer.’
Ogen voor de baas
Het ECVO-onderzoek (ECVO staat voor ) is een oogonderzoek naar erfelijke oogziekten bij honden. Om dit onderzoek goed uit te kunnen voeren, krijgen de honden eerst oogdruppels. Door de oogdruppels gaat de pupil na ongeveer een kwartier verder openstaan. In een verduisterde ruimte ziet de oogspecialist daarna goed of er iets mis is met het oog of niet. Versteeg: ‘Het is natuurlijk heel belangrijk dat we zeker weten dat er niks mis is met de ogen van de honden. Als ze later als geleidehond aan de slag gaan zijn de ogen van de hond de ogen voor diens baas.’
Het is natuurlijk heel belangrijk dat we zeker weten dat er niks mis is met de ogen van de honden.’
Erfelijke aandoeningen
Na het oogonderzoek staat specialist Björn Meij klaar om de honden te ontvangen voor orthopedisch onderzoek waarbij vooral de aandacht uitgaat naar de heupen en de ellebogen. Meij: ‘Heupdysplasie is een erfelijke ontwikkelingsstoornis van het heupgewricht, waarbij de heupkop niet mooi in de heupkom past. Elleboogdysplasie is een verzamelnaam voor een aantal voornamelijk erfelijke aandoeningen aan de ellebogen van de hond. Deze aandoeningen veroorzaken, net als heupdysplasie, gewrichtspijn en dus kreupelheid bij de hond.’ De afwijkingen worden het vaakst gezien bij grote rassen zoals de Duitse herder, Golden Retriever en Labrador Retriever. Deze en kruisingen van deze rassen, zijn precies de honden die opgeleid worden tot geleidehond. ‘Het is belangrijk dat we de afwijkingen vroegtijdig opsporen.
Soms kan een hond bij kreupelheidsklachten geopereerd worden, helaas ligt er dan geen carrière als geleidehond meer in het verschiet. Het kan ook betekenen dat een moeder- of vaderhond in spé toch geen fokhond wordt’, zegt Meij. Versteeg vult aan: ‘Het welzijn van onze honden staat voorop. Ook als de hond stopt met zijn opleiding wordt hij uiteraard zo nodig geopereerd en gaat hij een mooi leven als huishond tegemoet.’ Om te onderzoeken of er afwijkingen zijn, kijkt Meij eerst hoe de hond loopt. Na deze ‘loopgang’ wordt de hond op tafel onderzocht door alle gewrichten te checken. Bij de afdeling Diagnostische Beeldvorming maakt de radioloog tot slot een röntgenfoto van de heupen en de ellebogen.
Het is belangrijk dat we de afwijkingen vroegtijdig opsporen
Na al deze onderzoeken mag de geleidehond in spe weer naar huis. KNGF krijgt na een aantal weken een rapport met alle bevindingen. Versteeg: ‘Sinds we deze screeningen doen, zien we een afname van het aantal honden met elleboog- en heupdysplasie. Er zijn dus meer honden die doorstromen naar de opleiding, daar zijn we erg blij mee!'
Over KNGF Geleidenhonden en de samenwerking met de faculteit Diergeneeskunde
KNGF schoolt honden voor blinde en zeer slechtziende mensen, mensen met een lichamelijke functiebeperking (oud-) geüniformeerden met een posttraumatische stressstoornis (PTSS), kinderen met een visuele of fysieke beperking of jonge kinderen met autisme. KNGF heeft een eigen fokprogramma, ze socialiseren en voeden samen met puppypleeggezinnen jonge honden op. Tot slot bieden ze instructie, begeleiding, advies en nazorg aan de mensen die een geleidehond krijgen.
De samenwerking tussen de faculteit Diergeneeskunde en KNGF gaat al lang terug en beperkt zich niet alleen tot de medische screening. Zo komen er geregeld honden voor het orthopedisch spreekuur, doet het Universitair Dierenziekenhuis de fertiliteitsbegeleiding en worden honden, op verzoek van KNGF, voor operaties doorverwezen naar Utrecht. Versteeg: 'Met veel specialisten in Utrecht hebben we een goede band opgebouwd. De lijntjes zijn kort en de specialisten weten hoe belangrijk het is dat de KNGF-honden hun werk goed kunnen doen en gezond blijven.'