“Landbouwhuisdierenartsen zitten vaak in een spagaat tussen veehouders en maatschappij”

David Speksnijder

David Speksnijder werkt bij de afdeling klinische infectiologie van de faculteit Diergeneeskunde. Daarnaast werkt hij als herkauwerdierenarts in de . In maart 2017 rondde hij zijn promotieonderzoek af naar (vermindering van) antibioticagebruik in de landbouwhuisdierensector en het voorschrijfgedrag van dierenartsen.

Voorschrijfgedrag

“Het thema van mijn onderzoek was gericht op het gebruik van antibiotica in de landbouwhuisdierensector, voornamelijk het voorschrijfgedrag van dierenartsen. We hebben inspiratie opgedaan bij en samengewerkt met de humane geneeskunde. Daar is veel onderzoek gedaan naar het voorschrijfgedrag van huisartsen. Wij wilden kijken hoe dit zit bij dierenartsen.”

Poortwachters

“Landbouwhuisdierenartsen zijn de poortwachters voor deze sector, dus het idee was dat als we beleid of interventies op deze dierenartsen zouden richten, we het antibioticagebruik mogelijk verder zouden kunnen terugdringen. Welke motieven spelen een rol bij het voorschrijven van antibiotica? In hoeverre denken dierenartsen invloed te hebben op het antibioticagebruik binnen de veehouderij, of gaan veehouders hun eigen gang? Wat zien zij als mogelijkheden om het gebruik verder terug te dringen? En kunnen wij daar dan een gericht interventieprogramma op ontwikkelen? Dat hebben we allemaal onderzocht.”

Landbouwhuisdierenartsen zijn de poortwachters voor deze sector

Spagaat

“Dierenartsen zitten vaak in een spagaat zitten tussen maatschappij en veehouders. Ze zijn zich enerzijds bewust van de eisen van de samenleving om minder antibiotica te gebruiken, maar vinden ook dat ze een ziek dier moeten behandelen als ze daarmee worden geconfronteerd. Dat is hun professionele en morele plicht. Dat is een spanningsveld. En de veehouder is wel hun klant, dus als die expliciet iets vraagt is het soms lastig om ‘nee’ zeggen. De veehouder verzorgt uiteindelijk jouw inkomen. Dat speelt een grote rol.”

Landbouwhuisdierendierenarts aan het werk

Oplossingen

“Dierenartsen zien oplossingen met name in preventieve maatregelen, dus voorkomen dat dieren ziek worden, niet zozeer in alternatieve behandelmethoden wanneer dieren al ziek zijn geworden. Dierenartsen zien zichzelf vooral als adviseur. Zij hebben veel kennis over effectieve maatregelen om dierziekten te voorkomen. Waar dierenartsen regelmatig op vastlopen is dat veehouders de adviezen vervolgens niet implementeren en dierenartsen toch worden geconfronteerd met zieke dieren. Een deel van dit probleem wordt veroorzaakt door het feit dat er meerdere adviseurs rondlopen. Veehouders worden overladen met adviezen, die elkaar soms ook nog tegenspreken. Dat maakt het voor een veehouder soms lastig kiezen.”

Dilemma

“Veehouders vinden de adviezen van dierenartsen vaak wel oké zo blijkt uit onderzoek, maar de uitvoering ervaren ze soms als te duur of teveel werk. Als een dierenarts bijvoorbeeld adviseert om de stal wat vaker schoon te maken of duurder maar beter voer te gebruiken, moeten veehouders daar natuurlijk wel de tijd en financiële middelen voor hebben. Ze zijn niet altijd overtuigd van de kosten-batenafweging. Dierenartsen zijn ook niet altijd in staat om de kosten goed voor te rekenen. Uit eerder onderzoek blijkt ook dat wij dierenartsen niet zo goed zijn in het peilen van de behoeften. We zijn heel goed in zenden van onze boodschap, maar minder goed in luisteren. We peilen vaak onvoldoende of een boer ons advies wel snapt en het nut en de noodzaak ervan inziet. Vaak komen wij er daarna ook nooit meer op terug.”

Boeren vinden de adviezen van dierenartsen vaak wel oké, maar de uitvoering soms te duur of teveel werk

Noodzaak

“Uit ons onderzoek bleek dat een flink aantal dierenartsen de noodzaak ziet om het antibioticagebruik terug te dringen. Vooral de jongere generatie is zich daarvan zeer bewust. Oudere dierenartsen hebben iets meer angst voor complicaties, zij vrezen dat verdere antibioticareductie ten koste gaat van diergezondheid en -welzijn. Jongere dierenartsen zien blijkbaar toch meer mogelijkheden om dieren gezond te houden met minder antibiotica.”

Volksgezondheid

“We hebben ook gevraagd in hoeverre veehouders veterinair antibioticagebruik een probleem vinden voor de volksgezondheid. Dat gaf wisselende reacties. De koppeling tussen antibioticagebruik in de veehouderij en antibioticaresistentie bij mensen is heel complex en ook niet rechtlijnig. Wij merkten in ons onderzoek dat een aantal dierenartsen er vrij sceptisch tegenover staat en niet het idee heeft dat antibioticagebruik bij dieren zo’n groot risico vormt voor de volksgezondheid.”

Richtlijnen en protocollen

“Waar jongere dierenartsen gemotiveerder zijn om te werken aan antibioticareductie, ervaren zij ook meer onzekerheid om als onafhankelijke professional op te treden richting veehouders die bijvoorbeeld druk uitoefenen om een antibioticakuur voor te schrijven. Het is soms een lastige balans tussen goede diergeneeskunde en tegemoet komen aan de wensen van de veehouder. Iets meer rugdekking bij de beslissingen die dierenartsen maken in de vorm van bijvoorbeeld richtlijnen of protocollen zou potentieel de positie van dierenartsen kunnen versterken. En door meer te focussen op de preventie van aandoeningen en te kijken waarom adviezen van dierenartsen niet worden uitgevoerd. Dat hebben we in een tweede studie onderzocht.”

Honoursstudenten Diergeneeskunde
Honoursstudenten Diergeneeskunde

Ons onderzoek toonde ook aan dat jongere dierenartsen positief staan tegenover minder gebruik van antibiotica

Communicatie en samenwerking

“We hebben vooral gekeken naar het communicatie- en adviseringsproces tussen dierenarts, veehouder en voervoorlichter binnen de melkveehouderij. Die laatste geeft advies over voeding, maar ook over zaken als huisvesting en fokkerij. Dat zijn vaak belangrijke adviseurs voor een veehouder. Voeding heeft immers veel invloed op de gezondheid van dieren. Onder leiding van een procesbegeleider hebben deze partijen samen een actieplan gemaakt om diergezondheid te verbeteren. Partijen die goed bleken samen te werken, hielden zich beter aan hun actieplan en wisten meer doelstellingen te realiseren. Goede en gestructureerde samenwerking leidt dus tot een beter resultaat, ook op langere termijn. Daarnaast zagen we het antibioticagebruik dalen, zonder dat diergezondheid verslechterde.”

Relevantie

“Het leuke aan mijn promotieonderzoek is dat het een sterke link heeft met de praktijk en dat het thema internationaal hoog op de agenda staat. Zowel binnen als buiten Europa zijn we intensief betrokken bij projecten om het antibioticagebruik te verminderen. Dat zijn goede en relevante dingen om mee bezig te zijn en bovendien is het erg leuk om diergeneeskunde in allerlei facetten en landen te kunnen ervaren.”