Diagnose onbekend: gezondheidsrisico’s van honden uit het buitenland
‘Er moeten heldere diagnostische richtlijnen komen die helpen bij de behandeling van zwerfhonden uit Zuid-Europa.’ Aan het woord is Christine Piek, docent en specialist interne ziekten van gezelschapsdieren bij de Universiteitskliniek voor Gezelschapsdieren. Piek doet daarnaast onderzoek naar honden met bloedziekten die door parasieten worden overgedragen.
Jaarlijks worden er steeds meer zwerfhonden vanuit het buitenland mee naar Nederland genomen. Inmiddels al bijna 13.000 honden per jaar. Waarom willen mensen graag een zwerfhond uit het buitenland? En is dit eigenlijk wel zo verstandig? Piek: ‘In de asielen in Nederland zitten steeds minder sociale bastaardhonden. Vaak zijn dit probleemhonden, die niet geschikt zijn voor een gezin met kinderen. Ook een toenemend bewustzijn over wantoestanden in de vaak illegale, commerciële 'broodfok' speelt mee om een hond uit het buitenland te halen.’
Niet zonder risico
Een groot deel van de zwerfhonden uit het buitenland komt vanuit Zuid-Europa via verschillende stichtingen naar Nederland. De aanschaf van zo’n hond is niet zonder risico. Piek: ‘Sommige honden kunnen chronische ziekten ontwikkelen die door teken en zandvliegen worden overgedragen, zoals Leishmaniasis, Ehrlichiosis en hartworm. Een infectie met Leishmania of Ehrlichia is pas een aantal maanden na de besmette beet herkenbaar doordat de honden antilichamen ontwikkelen. In het geval van hartworm zijn eerst de hartwormlarfjes in het bloed te vinden, en kan pas na een maand of negen op de aanwezigheid van volwassen hartwormen getest worden. Op het moment van import kan dus niet met zekerheid vastgesteld worden of de honden met deze ziekten besmet zijn.’
De honden worden in de meeste gevallen pas maanden tot jaren na het oplopen van de infectie ziek.
Infectieziekten
De honden worden in de meeste gevallen pas maanden tot jaren na het oplopen van de infectie ziek. Aanvankelijk zijn de honden sloom en snel moe. Bij zowel Leishmaniasis als Ehrlichiosis leidt verdere progressie van het ziektebeeld tot een verminderde nierfunctie en, mogelijk onomkeerbare, inactiviteit van het beenmerg. Hartworminfecties leiden tot een verminderd uithoudingsvermogen en hoesten. De belangrijkste complicatie bij behandeling is uitval van organen door verstopping van bloedvaten.
Piek: ‘Onduidelijk is hoe groot het risico is, want er is op dit moment geen informatie beschikbaar over het voorkomen van de drie ziekten in deze specifieke groep honden. Daarom is het voor dierenartsen lastig om snel de juiste diagnose te stellen en een adequate behandeling te starten. En voor ons om hen daarin te adviseren, terwijl een vroegtijdige diagnose juist essentieel is voor een succesvolle behandeling. We zijn nu bezig met onderzoek naar de prevalentie van deze ziektes bij geïmporteerde zwerfhonden. Ook starten we een database met bloedmonsters voor toekomstig onderzoek naar (andere) infectieziekten bij zwerfhonden.’
Op basis van de resultaten wil Piek diagnostische richtlijnen voor dierenartsen opstellen die helpen bij de behandeling van geïmporteerde zwerfhonden. Het onderzoeksproject wordt mogelijk gemaakt door Vrienden Diergeneeskunde. ‘We zijn blij dat dankzij de giften van onder andere het K.F. Hein Fonds, Stichting Dierenziekenhuis Maria Naundorf van Gorkum, Stichting D.O.G en de Stichting Animales, de dierenartsonderzoekers nu aan de slag kunnen om de prevalentie van deze ziektes bij geïmporteerde zwerfhonden te onderzoeken’ zegt Inga Wolframm van Vrienden Diergeneeskunde.
We zijn blij dat hier onderzoek naar gedaan wordt, zodat nog meer honden, net als Willem, gezond aan een tweede leven in Nederland kunnen beginnen.’
Bij een nieuwe hond dacht Hans Cuppen niet direct aan een hond uit het buitenland. Een rashond wilde hij sowieso niet meer, met zijn vorige hond (een Engelse bassethound) moest hij namelijk te vaak naar de dierenarts. Een hond uit het asiel zou een goede optie zijn, ware het niet dat in de asielen in Nederland niet de honden zitten die Hans graag zou willen. Per toeval stuitte hij op een krantenartikel over een stichting die zich inzet voor het welzijn van Spaanse asielhonden.‘Het liefste wilden we een teefje, niet te groot en niet ouder dan drie jaar. We kregen van de stichting al vrij snel wat foto’s van mogelijke adoptiehonden. Ons oog viel op Ringo: een vijfjarige, middelgrote reu. Precies het tegenovergestelde van wat we zochten, maar het was liefde op het eerste gezicht.’
Na een aantal maanden komt Ringo, door Hans en zijn vrouw inmiddels omgedoopt tot Willem, in Nederland. Hans: ‘Van te voren hadden we rekening gehouden met gedragsproblemen, maar dit was bij Willem helemaal niet aan de orde. Hij is heel gemakkelijk in omgang, ook met kleine kinderen. Van Leishmaniasis of hartworm hadden we nog nooit gehoord, maar al vrij snel kwamen we via de stichting bij het onderzoek van Christine Piek. We zijn blij dat hier onderzoek naar gedaan wordt, zodat nog meer honden, net als Willem, gezond aan een tweede leven in Nederland kunnen beginnen.’