Arend Schot

In Memoriam

Op 11 april 2024 overleed Arend Schot. Hij werkte 47 jaar bij de faculteit Diergeneeskunde en stond bekend als vriendelijk, empathisch en integer mens. Schot gaf een nieuwe draai aan zijn vakgebied en was pionier op het gebied van plastinaten. Daarmee hielp hij de faculteit om het gebruik van proefdieren binnen het onderwijs aanzienlijk te verminderen. Zo verwierf hij bekendheid binnen en buiten Nederland. Zes collega’s bij Diergeneeskunde kijken terug op hun samenwerking met Schot en zijn relevantie voor de toekomst.

Arend Schot laat een schapenpens zien aan de deelnemers van Summerschool Junior 2023.
Arend Schot laat een schapenpens zien aan de deelnemers van Summerschool Junior 2023.

Hoogleraar Daniela Salvatori:

“Vijf maanden nadat ik bij de faculteit Diergeneeskunde begon, brak de coronapandemie uit. Dat was in het begin best moeilijk. Ik kende nog bijna niemand, maar Arend hielp mij om mensen binnen en buiten de faculteit te leren kennen, vooral via online videogesprekken. Hij had die techniek snel omarmd en paste ook op die manier ‘life long learning’ toe. We praatten veel in die tijd.”

“We waren nog volop bezig met de voorbereidingen voor een meerdaags symposium met de Dutch Association for Laboratorium for Animal Science en de Instantie voor Dierenwelzijn. Arend heeft zoveel betekend voor het werkveld, dat we hebben besloten om een themadag rond zijn werk te organiseren – naast alle inhoudelijke onderwerpen op deze dag. De themadag gaat niet alleen over plastineren, maar ook over training. Dit doen we om Arend te herinneren, maar ook om stil te staan bij wat hij belangrijk vond voor de toekomst.”

Tim van Olmen, preparateur en technicus:

“Ik kende Arend behoorlijk goed vanuit mijn tijd bij Pathologie, maar ook van de moestuinvereniging. Toen ik de vacature voor technicus bij Vergelijkende anatomie & fysiologie voorbij zag komen, ben ik met hem in gesprek gegaan. De functie heb ik mede dankzij Arend gekregen. Helaas overleed hij twee weken, voordat ik officieel begon.”

“Ik keek ernaar uit om met hem samen te werken, maar dat mocht helaas niet zo zijn. Ik hoop dat ik in mijn werk toch iets kan voortzetten van de dingen waarmee hij bezig was. Zijn passie voor het werk vond ik inspirerend: hij kon heel enthousiast vertellen en wilde altijd iedereen helpen. Dat wil ik ook graag uitstralen in mijn werk.”

Jacobine Schouten, veterinair anatomisch preparateur en prosector:

“Met Arend in het team was er altijd een gezellige sfeer. Hij bleef altijd rustig, zelfs als er wel eens iets misging. Bijvoorbeeld als bepaalde apparatuur ineens stokte, of een cartridge of tubetje met vloeistof verstopt raakte. Je merkte op dat soort momenten niet aan hem dat zoiets gebeurde, hij kon de humor van zulke situaties wel inzien.“

“Mensen vragen zich soms af hoe het nu met het onderwijs en onderzoek gaat sinds het overlijden van Arend. Dat gaat allemaal door, alle taken zijn ondergebracht binnen het team. Maar het blijft ontzettend verdrietig dat we hem nu moeten missen.”

Maarten van Emst, senior-docent:

“Toen ik met lesgeven begon, had ik nog geen onderwijservaring. Arend heeft mij daarbij geholpen, zodat ik op een begrijpelijke manier over fysiologie kon vertellen. Hoewel ik vóór de klas de docent was en hij de assistent, merkten leerlingen het verschil niet. Arend kon goed vertellen en had veel humor.”

“We hadden Arend graag nog wat langer om ons heen gehad, onder meer om nog dingen te kunnen vragen. Hij was inventief en had de neiging om zelf nieuwe technieken en processen uit te proberen – veel dingen die hij wist, stonden niet op papier. Dat paste bij hem, hij had overal apparatuur staan die hem nuttig leek, maar waarvan wij ons nu afvroegen wat we ermee konden. Hij kende de apparaten volledig en hij deed al het onderhoud zelf. Zo veelzijdig was hij.”

Claudia Wolschrijn, universitair hoofddocent:

”Arend wist precies wat iemand nodig had om zich beter te laten voelen, hij nam de tijd voor iedereen die daar behoefte aan had. Doordat hij zo lang bij de faculteit heeft gewerkt, kon hij zaken vanuit allerlei perspectieven zien en goed relativeren. Hij snapte bijvoorbeeld hoe het bestuur werkt, want hij had daar ooit zelf in gezeten.”

“Arend wilde alles goed afronden richting zijn pensioen en was daar druk mee bezig. Hij speelde een actieve rol in het overdagen van zijn functie. We zijn nog steeds bezig met allerlei modellen die hij heeft gemaakt, niet alleen binnen het onderwijs, maar ook voor de klinieken in het Universitair Dierenziekenhuis. Daardoor draagt zijn werk nog steeds bij aan dierenwelzijn.”

Lisa Drost, veterinair anatomisch prosector:

“Arend kon zich van alles goed herinneren, ook de kleine dingen waar hij ineens weer naar kon vragen. Als collega’s met hun kinderen naar zijn kraampje bij events van de faculteit Diergeneeskunde waren gekomen, vertelde hij na het weekend enthousiast wie er allemaal langs waren geweest.”

“Een van zijn laatste projecten was een nieuwe balsemmethode van katten. Daardoor konden katten veel langer worden bewaard en zijn ze beter geschikt voor onderwijs. Nu kunnen tientallen studenten daarmee een levensechte handeling aan een ooglid bij de kat uitvoeren. Bovendien is het mogelijk om dezelfde kat binnen acht verschillende practica te gebruiken. Op die manier zijn er veel minder overleden dieren binnen het onderwijs nodig. Deze methoden die Arend heeft bedacht, blijven nog tot ver in de toekomst relevant.”

Dit is een verhaal uit:

VETSCIENCE NR. 18 (PDF)