124,5 miljoen voor proefdiervrije innovatie

Dit voorjaar besloot het vorige kabinet 124,5 miljoen euro te investeren in een nieuw Centrum voor Proefdiervrije Biomedische Translatie (CPBT) in Utrecht. “Geweldig nieuws”, aldus CPBT-kwartiermaker en voormalig Diergeneeskunde-decaan Wouter Dhert. De faculteit gaat vol voor proefdiervrije innovatie. Wel zullen voor diergeneeskundig onderwijs en onderzoek ook in de toekomst dierproeven nodig blijven.

A scientist is holding an organ on a chip
Onderzoeker Yu Tao maakt mini organen (organoiden). In dit geval mini levertjes, gekweekt uit gezonde levercellen. Met deze mini levertjes kunnen medicijnen getest worden zonder gebruik van proefdieren.

“Proefdiervrije innovaties bieden een wereld aan nieuwe mogelijkheden”, zegt Daniela Salvatori, hoogleraar Comparatieve anatomie en fysiologie. “Die moeten we doorgeven aan de volgende generatie, zodat eerstejaars zich er al van bewust zijn dat het anders kan, beter kan. Dat dierproeven geen gouden standaard zijn.”

Dierproeven in onderwijs gedaald

Salvatori is voorzitter van Transitie Proefdiervrije Innovatie Utrecht. Ze zet zich onder meer in om het aantal dierproeven in het onderwijs van de faculteit Diergeneeskunde te verminderen. En met succes. Zo worden geplastineerde dieren ingezet (zie ook p.42) en virtual reality (zie kader). Sinds 2013 is het aantal dierproeven in het onderwijs van studenten Diergeneeskunde met zeventig procent gedaald, van 6611 naar 1.984.

Ook in het onderzoek vinden veel innovaties plaats. Waar mogelijk zetten onderzoekers patiënt-dieren in, in plaats van gezonde proefdieren. Of werken ze bijvoorbeeld met kunstmatige intelligentie en data science, zoals in de groep van Juliette Legler, hoogleraar One Health Toxicologie. “Van de honderd miljoen proefdieren die wereldwijd jaarlijks gebruikt worden, is dertig procent nodig voor wettelijk vereiste toxicologische veiligheidstesten”, aldus Legler. “Het opmerkelijke is: die veiligheidsbeoordelingen zijn er om de mens te beschermen, terwijl ze op een dier worden bepaald. En dat terwijl de voorspellende waarde van dierproeven voor de menselijke gezondheid beperkt is. Het is niet meer van deze tijd. De mens moet het uitgangspunt zijn, niet een proefdier.”

We zijn het aan onze stand verplicht om het gebruik van proefdieren tot een absoluut minimum te beperken

Dat speelt ook bij medicijnontwikkeling. Wat bij een proefdier werkt, werkt lang niet altijd bij mensen. Meestal niet zelfs. Gelukkig komen er steeds meer alternatieven beschikbaar en kunnen medicijnen bijvoorbeeld worden getest op organoïden, gekweekte menselijke mini-orgaantjes. Wouter Dhert: “Utrecht loopt wereldwijd voorop met dit onderzoek, en we hebben een uniek ecosysteem met veel partners in de life sciences op één campus.” Het CPBT komt precies op het juiste moment, volgens Dhert. “De academische wereld van de humane én de diergeneeskunde, de industrie, regelgevende instanties, patiëntenorganisaties, overheid en NGO's werken steeds beter samen.”

Betekent dit dat dierproeven binnenkort de veterinaire wereld uit zijn? Dat niet, waarschuwen experts. “In de diergeneeskunde worden natuurlijk vooral ook methoden en behandelingen ontwikkeld om ziekte bij dieren zelf tijdig te herkennen, voorkomen of genezen”, zegt hoogleraar Veterinaire epidemiologieArjan Stegeman. “Die ontwikkeling kan niet zonder dieren van de diersoort zelf en dat zijn volgens de wet ook proefdieren in dierproeven.” Ook zal het opleiden van dierenartsen niet kunnen zonder dat studenten ook dieren hanteren, en dat kwalificeert al snel als dierproef. “Maar we zijn het wel aan onze stand verplicht om gebruik van proefdieren tot het absolute minimum te beperken. En daarvan zijn gelukkig steeds meer mensen doordrongen.”

De afbeelding toont een online model van een rund.
Schermopname AvatarZOO

Avatar ZOO

Avatar ZOO wil zoveel mogelijk proefdieren vervangen door ‘avatars’, dat zijn interactieve, dynamische en holografische 3D-diermodellen. Die kun je met een virtual reality-bril tot in detail bestuderen. Afgelopen jaar zijn de anatomiemodellen van de hond en kat verder ontwikkeld. Castratie is een van de meest voorkomende ingrepen bij honden en katten en studenten kunnen het vrouwelijk geslachtsorgaan nu vanuit alle hoeken en met diepte bestuderen, zonder dat practicumtijd of beschikbaarheid van anatomische preparaten een beperkende factor is. Momenteel wordt het model van de koe ontwikkeld. Met de ontwikkeling van een digitale 3D-leeromgeving loopt de faculteit Diergeneeskunde wereldwijd voorop in het veterinaire anatomieonderwijs. Virtuele operaties worden de volgende stap.

Wil je meer weten of bijdragen?

Avatar Zoo wordt mede mogelijk gemaakt door donateurs van .

Dit is een verhaal uit:

VETSCIENCE NR. 18